Nauwkeurigheidsbeperkingen van de gegevens
De rekenmachine werkt met een beperkte precisie (12 à 15 cijfers) en dus zullen
er afrondingsfouten ontstaan. Hier zijn twee voorbeelden:
Normaliseren van dicht bijeenliggende, grote getallen
De rekenmachine is wellicht niet in staat de standaardafwijking en lineaire
regressie te herkennen voor een variabele waarvan de waarden relatief weinig
verschillen. Om dit te voorkomen, kunt u de gegevens normaliseren door iedere
waarde in te voeren als het verschil met een centrale waarde (bijvoorbeeld het
gemiddelde). Voor genormaliseerde x–waarden moet dit verschil achteraf
worden opgeteld bij een berekening van
bijgesteld. Bijvoorbeeld, als de x–waarden zijn 7776999, 7777000, en
7777001, dan geeft u ze op als –1, 0 en 1; vervolgens telt u 7777000 op bij
x
x ˆ
. Voor b, telt u 7777000 × m bij. Om
en
waarde van x op verminderd met 7777000.
Soortgelijke onnauwkeurigheden kunnen optreden de waarden van x en y in een
heel andere orde van grootte liggen. Ook hier kan het wijzigen van de
gegevens het probleem voorkomen.
Effect van verwijderde gegevens
Met
verwijdert u niet de afrondingsfouten die misschien in de
statistische registers zijn ontstaan. Het verschil is niet ernstig, tenzij de onjuiste
gegevens aanmerkelijk groter zijn dan de juiste gegevens. In dat geval is het
wellicht verstandig alle gegevens te wissen en opnieuw te beginnen.
Waarden in de statistische registers optellen
De statistische registers zijn zes unieke locaties in het geheugen waarin de
ingevoerde waarden worden geaccumuleerd.
Statistieken sommeren
Met
Druk op { } om het aantal geaccumuleerde gegevens op te roepen.
Druk op { } om de som van de x–waarden op te roepen.
hebt u toegang tot de inhoud van de statistische registers:
y ˆ
x
x ˆ
en
,
en b moeten ook worden
y ˆ
te berekenen geeft u een
Statistische bewerkingen
11–11