Invoer:
X
X
Zet de nauwkeurigheid van de weergave op SCI 3, geef als onder– en
bovengrens nul en 100
Invoer:
{
} 3
0
499
X
Het antwoord is duidelijk onjuist, want de ware integraal van f f(x) = xe
nul en oneindig is precies 1. Het probleem is echter niet dat
499
door 10
, want de integraal van dat interval ligt zeer dicht bij 1. De oorzaak
van het onjuiste antwoord blijkt uit de grafiek van f(x) over het integratie–interval.
E–4
Meer over integratie
Weergave:
499
op en start de integratie.
Weergave:
_
Uitleg:
Selecteert de
vergelijkingenstand.
Voert de vergelijking in.
Einde van de vergelijking.
Controlesom en lengte.
Beëindigt vergelijkingenstand.
Uitleg:
Geeft het
nauwkeurigheidsniveau en de
integratiegrenzen op.
Selecteert de
vergelijkingenstand; geeft de
vergelijking weer.
Benadering van de integraal.
∞
was voorgesteld
–x
tussen