Inhoudsopgave
Advertenties
De verwarming en de
airconditioning aan/uit zetten
y Om de verwarming of de airconditioning te
activeren drukt u de AAN/UIT-schakelaar
in (
).
1
‒ De werkingsindicator is uitgeschakeld.
‒ De verwarming en de airconditioning
gaan aan met behoud van de vorige
werkingsomstandigheden.
y Om de verwarming of de airconditioning uit
te schakelen drukt u nogmaals de AAN/UIT-
schakelaar in(
1
).
‒ De werkingsindicator gaat aan.
Werkingsindicator
Werkingsindicator
1
Opmerking
y Wanneer u de temperatuurregelknop draait
of drukt op de blaasrichting schakelaar of
de luchtbronkeuzeschakelaar terwijl de UIT
indicator aan is, kunt u de functie instellen
of wijzigen, maar blijft de luchtblazer uit.
De temperatuur instellen voor de
bestuurdersstoel en de passagiersstoel
U kunt de temperatuur instellen door te draaien
aan de temperatuurregelknop voor de bestuurder
en passagier (
1
/
2
). U kunt de temperatuur
instellen gebaseerd op de bestuurdersstoel of
temperatuur voor de bestuurder en passagier
individueel instellen.
y Met de SYNC werkingsindicator (
wordt de temperatuur van de bestuurder
en de passagier tegelijkertijd ingesteld.
y De ingestelde temperatuur kan worden
versteld per 0,5°C wanneer u aan de
temperatuurregelknop draait.
1
Werkings-
Werkings-
3
indicator
indicator
4
Opmerking
y Wanneer u op de AUTO-schakelaar drukt
in de handmatige modus, verandert het
naar de AUTO modus, en wordt alles
automatisch bediend afhankelijk van de
ingestelde temperatuur.
De temperatuur van de bestuurder en de
passagier instellen (individuele werking)
De temperatuur van de bestuurder en de passagier
kunnen onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
y Totdat de SYNC werkingsindicator (
gezet, druk op de SYNC schakelaar (
voorste passagiersstoel temperatuurregelknop
(
) eenmaal of herhaaldelijk.
2
) aan,
3
Synchroniseren op basis van de ingestelde
bestuurders temperatuur (SYNC)
De temperatuur ingesteld voor de bestuurder
wordt ook toegepast op de instelling voor de
voorste passagiersstoel,
y Totdat de SYNC werkingsindicator (
2
wordt gezet, druk op de SYNC schakelaar
(
) eenmaal of herhaaldelijk.
4
y Airconditioning AAN/UIT, blaasrichting,
luchtrecirculatiemodus of buitenlucht
modus worden automatisch geselecteerd
afhankelijk van de temperatuur ingesteld
voor de bestuurderstoel.
‒ Als een lage temperatuur is ingesteld
(LO): Airconditioning AAN, blaasrichting
naar gezicht en luchtrecirculatie modus
‒ Als een hoge temperatuur is ingesteld
(HI): Airconditioning UIT, blaasrichting
naar voeten en buitenlucht modus
Handige Uitrustingen
) uit wordt
3
) of de
4
) uit
3
Opmerking
3-63
3
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
