Smart key* & SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
Functie van iedere knop
A type (Smart key)
A type (Smart key)
(Elektrische achterklep uitgerust)
(Elektrische achterklep uitgerust)
B type (Smart key, Sleutel met
B type (Smart key, Sleutel met
afstandsbediening) (Elektrische
afstandsbediening) (Elektrische
achterklep niet uitgerust)
achterklep niet uitgerust)
Knop
1
Deur
vergrendelen
1
2
2
Deur
ontgrendelen
3
3
Achterklep
(A type)
4
Paniek
1
(B type)
2
De deuren vergrendelen
Door op de deuren vergrendelen knop (
zullen alle deuren en de achterklep vergrendelen.
4
y Wanneer de antidiefstalmodus wordt
gedeactiveerd zullen de waarschuwingslichten
knipperen en de buzzer klinkt.
Smart key
(type A/B)
SLEUTEL MET
AFSTANDS-
BEDIENING
(Type B)
Kort
Indrukken en
indrukken
vasthouden
Om de deuren te vergrendelen
Om de deuren te ontgrendelen
(Wanneer de beveiliging is
ingeschakeld, wordt alleen de
bestuurdersdeur ontgrendeld)
De elektrische
De werking
achterklep
stoppen
openen/sluiten
De paniek
-
modus activeren/
deactiveren
) te drukken
1
Gevarenlicht
Buzzer
Knippert
Klinkt eenmaal
tweemaal
Knippert
-
tweemaal
y Als de knop voor de buitenspiegels in-/
uitklappen in de neutrale positie staat zijn
de buitenspiegels ingeklapt.
Zie "De buitenspiegels in-/uitklappen" (p.3-56)
Opmerking
y Als de START/STOP schakelaar in de
ACC of de AAN stand staat of als de
motor is ingeschakeld kunnen de deuren
niet worden vergrendeld met de Deur
vergrendelen knop.
Opgelet
y De modus kan alleen naar de bewaking
modus schakelen wanneer alle deuren,
de achterklep en de motorkap gesloten
zijn. Wanneer u de Deur vergrendelen
knop indrukt terwijl de achterklep of
motorkap open is worden alleen de deuren
vergrendeld en wordt de bewaking modus
niet geactiveerd.
y Na het vergrendelen met de smart key
of sleutel met afstandsbediening moet
u controleren of de deur en achterklep
vergrendeld zijn. Als de deuren niet
volledig vergrendeld zijn riskeert
u diefstal uit of van uw voertuig.
Starten en vertrekken
4
4-11