Supervisie-type
Standaard type
Opgelet
y Houd het gebied rond de detectie sensor voor
altijd schoon en bevestig geen accessoires
(nummerplaathouder, sticker, etc.).
y Let op dat u de sensor niet beschadigd
met een hogedruk spuit en voorkom dat
er water in komt (onderste deel) wanneer
u de auto wast.
y Na het wassen dient u vocht rond de
sensor af te vegen.
y Voorkom impact tegen de bumper.
Een impact kan het gebied dat de sensor
detecteert veranderen.
y Gebruik alleen originele onderdelen sensor.
y Breng geen verf of lak aan op de voorste
bumper.
Voertuig detectie kan moeilijk zijn
onder de volgende omstandigheden:
y Wanneer het voertuig rijdt op een steile helling
of een scherpe bocht
y Het voertuig rijdt onder omstandigheden
waardoor er ernstige vibratie ontstaat
y Wanneer een voertuig of voetganger plots
voor u doorsteekt
y Als er een voertuig achteruit rijdend tegemoet
komt
y er een voertuig met een onregelmatige vorm is
y Een voertuig dichtbij de rand van de rijstrook rijdt
y Een voertuig zeer langzaam rijdt of plots afremt
y Een voertuig stil staat
y Een voertuig dat niet een normale breedte
heeft (aanhanger, motorfiets, fiets, etc.)
y Rijden op een smalle of bochtige weg
y Wanneer u het stuurwiel bedient
y Wanneer een voertuig naar achteren helt door
het overbeladen van bagage
y De sensor wordt geblokkeerd door sneeuw,
regen, mist, etc.
y Een voertuig haaks ten opzichte van uw eigen
rijrichting beweegt
Opgelet
y Het systeem kan voorliggende voertuigen
mogelijk niet herkennen in de hierboven
genoemde omstandigheden. Hier is
bijzondere oplettendheid geboden. Wees
u altijd bewust van het verkeer om u heen
en verminder vaart door het rempedaal te
gebruiken indien nodig.
Starten en vertrekken
4
4-137