Andere omstandigheden voor
deactiveren afhankelijk van de
voertuig omstandigheden
y Wanneer het elektronische stabiliteitssysteem
(ESP) is geactiveerd.
y Wanneer de voertuigsnelheid tot ongeveer
40 km/u of minder is afgeremd
y Wanneer de parkeerrem wordt aangetrokken
tijdens het rijden
y Wanneer het koppelingspedaal wordt ingetrapt
om te schakelen (enkel manuele transmissie).
y Wanneer de snelheid drastisch toe- of
afneemt (enkel GSL)
‒ wanneer u meer dan 20 km/u boven de
ingestelde snelheid rijdt
‒ wanneer u meer dan 20 km/u onder de
ingestelde snelheid rijdt
‒ wanneer u gedurende 4 minuten of langer
140 km/u of sneller rijdt
y Wanneer er een defect is in de cruise control
bedieningshendel
y Wanneer er een abnormaal signaal van het
rem systeem wordt gedetecteerd
y Wanneer het toerental van de motor
4.400 RPM of hoger is
y Wanneer de weg hobbelig is
Als normale omstandigheden voor het
deactiveren van de cruise control zich niet
voordoen of er een ander defect optreedt,
schakel de motor dan uit, wacht even en start de
motor opnieuw. Het systeem zal resetten zodat
u het systeem weer normaal kunt inschakelen.
De cruise control hervatten
Wanneer de cruise control wordt uitgeschakeld
door een signaal (auto cruise gereed), dan kan
de cruise control opnieuw worden ingeschakeld.
Druk kort op de snelheidsregelaar in de RES+
richting wanneer de rijsnelheid ongeveer 40 km/u
of meer is zonder op het rem- of gaspedaal te
trappen.
Snelheid bedieningshendel
Snelheid bedieningshendel
y De laatst ingestelde snelheid voordat de
cruise control werd uitgeschakeld wordt
hervat.
y De AUTO CRUISE indicator op het
instrumentenbord gaat aan.
Starten en vertrekken
4-127
4