Onderhouds-
interval
Onderhouds-
item
Chassis en carrosserie
Staat en spanning van banden
Wieluitlijning (7)*
Stuurwiel en verbindingen
Buitenste kogelgewricht inspecteren en vervangen
Aandrijfashoezen (8)*
Veiligheidsgordels, gespen en ankers
Sloten, scharnieren en motorkapvergrendeling smeren
Wiellagervet
Aandrijfasvet - voor/achter (9)*
Airconditioningfilter (10)*
Gebruikte symbolen:
I - Inspecteer deze items en aanverwante onderdelen. Indien nodig corrigeren, reinigen, bijvullen, bijregelen of vervangen.
R - Vervangen of wijzigen.
(7)* Roteer en balanceer de wielen indien nodig.
(8)* Na afloop van een terreinrit dient u de aandrijfashoezen te controleren.
(9)* Inspecteer de aandrijfas en vet om de 5.000 km of 3 maanden in als het voertuig voornamelijk in extreme omstandigheden wordt gebruikt.
- Op het terrein of op stoffige wegen, of
- Bij druk stadsverkeer waarbij de buitentemperatuur regelmatig 32°C of meer bedraagt, of
- In heuvelachtige of bergachtige gebieden.
(10)* Extreme omstandigheden voor airconditioningfilter
- Vervuilde gebieden of terreingebruik, langdurig gebruik van de airconditioning of verwarming
6-4
Periodieke controle en onderhoud
Kilometers (mijlen) of periode in maanden, wat het eerst voorkomt
x 1.000 km
20
40
x 1.000 mijl
12,5
25
Maanden
12
24
I
I
I
I
I
I
R
Kort het onderhoudsinterval in bij gebruik in extreme omstandigheden
60
80
37,5
50
36
48
Regelmatig controleren en bijregelen of vervangen indien nodig
Inspecteer bij abnormale omstandigheden
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
Regelmatig controleren en bijregelen of vervangen indien nodig
I
I
I
I
I
I
R
R
R
100
120
140
62,5
75
87,5
60
72
84
I
I
I
R
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
R
R
R
160
100
96
I
I
I
I
I
I
R