Voorzorgsmaatregelen voor
parkeren in de winter .................... 6-54
Wanneer u parkeert op een
neerwaartse helling ..................... 4-160
Wanneer u parkeert op een
opwaartse helling ........................ 4-160
Passeren
Zie 'Het standlicht
en het dimlicht tegelijk aan doen
(passeren)' ....................................3-38
Positie van de versnellingspook
(Weergave op het
instrumentenbord) ........................4-25
P (Parkeerrem) positie ...............4-106
R
Raam (elektrisch raam) ................3-17
Knop om achterbank ramen
te vergrendelen ............................. 3-19
Veiligheidsfunctie raam
bestuurderskant ............................ 3-18
R (achteruit) positie ....................4-106
RCTA systeem
Zie Melding
verkeer schuin achter (Rear Cross
Traffic Alert (RCTA)) ...................4-175
READY stand (START/STOP
schakelaar) .....................................4-2
Regensensor ................................3-55
Rempedaal (voetrem).................4-149
Remsysteem...............................4-148
ABS (antiblokkeerremsysteem) ....4-150
Elektronische remkrachtverdeling
(EBD) .......................................... 4-151
Rempedaal (voetrem) ................. 4-149
Wat is het dampbellen
verschijnsel? ............................... 4-149
Wat is het fading verschijnsel? ... 4-149
Reparatiekit voor banden
reparatie .........................................5-9
Resetten afstand (Weergave op
het instrumentenbord) ..................4-42
Resetten gemiddelde snelheid
(Weergave op het
instrumentenbord) ........................4-42
Resetten rijtijd (Weergave op het
instrumentenbord) ........................4-42
Resterend rijbereik (Weergave
op het instrumentenbord) .............4-41
Restricties voor opnieuw starten
vanwege een laag niveau van
ureumoplossing ............................6-67
Richtingaanwijzer ................3-37, 4-36
Rijden in een voertuig uitgevoerd met
automatische versnellingsbak .... 4-111
Veiligheidsmodus van de
automatische versnellingsbak ......4-113
Wat is de kickdown functie? ........4-113
Wat is de motorrem? ...................4-112
Wat is het automatische
schakelpunt? ................................4-112
Wat is the kruip fenomeen?.........4-112
Rijden op besneeuwde of bevroren
wegen ...........................................1-25
Rijden op bevroren of besneeuwde
wegen ...........................................1-25
Rijden op de snelweg...................1-27
Rijden op een weg met plassen
water of op een rivier ...................1-26
Rijden op modderige of zanderige
wegen ...........................................1-25
Rijden op ongeplaveide wegen
en bergwegen ...............................1-25
Rijden op zanderige of modderige
wegen ...........................................1-25
Rijd niet met de achterklep open ...1-23
Rijd nooit met de achterklep of
de deuren open ............................1-23
Rijpositie .......................................1-19
Rijsnelheid (Weergave op het
instrumentenbord) ........................4-23
Rijstrookbeveiliging assistentie
systeem (Lane Keeping Assistance
System (LKAS)) ..........................4-128
Rijstrook wissel assistent (Lane
Change Assist (LCA)) systeem ... 4-174
Rijtijd (Weergave op het
instrumentenbord) ........................4-42
Rugleuning opbergvak .................3-86
Rugleuning verstellen ................... 3-11
Ruiten ontijzen en ontwasemen ...3-70
Ruitensproeiervloeistof .................3-54
Ruitensproeiervloeistof onderhouden
(winter) ..........................................6-52
Ruitenwisser .................................3-54
Achterruit verbinding met de
sproeiervloeistof functie ................ 3-55
De snelheid van de
ruitenwissers aanpassen .............. 3-54
Ruitenwisser met regensensor ..... 3-55
Voorruit en verbinding met de
sproeiervloeistof ............................ 3-54
Ruitenwisser met regensensor.....3-55
Ruitverwarming....................3-65, 3-71
S
Schakelaar AAN/UIT
detectiewaarschuwing
obstakels vooraan ......................4-188
SCR
Zie 'Uitlaatgas
nabehandeling systeem (SCR)' ....6-60
SD card (navigatie) ......................3-75
Selectiehendel in automatische
versnelling
D (rijstand) positie ....................... 4-107
N (vrijloop) positie ....................... 4-106
P (Parkeerrem) positie ................ 4-106
Als de selectiehendel niet kan
bewegen van de P (Parkeerrem)
positie naar een andere positie ....4-110
R (achteruit) positie .................... 4-106
Sfeerlicht* .....................................3-53
Inhoudsopgave
7-7