Op een steile opwaartse of
neerwaartse helling
y Het voertuig kan plotseling accelereren
naar de ingestelde snelheid wanneer het
een voorliggend voertuig in uw rijstrook niet
herkent op een opwaartse of neerwaartse
helling.
y Wanneer een voorliggend voertuig wordt
herkend kan de rijsnelheid plotseling worden
verminderd.
y Wees u altijd bewust van het verkeer om u
heen en verminder vaart door het rempedaal
te gebruiken indien nodig.
Van rijstrook wisselen
y Wanneer er een voertuig van een
aangrenzende rijstrook naar uw rijstrook
wisselt zal het systeem het mogelijk niet
herkennen totdat het voertuig volledig binnen
het detectie gebeid is.
y Wees dus voorzichtig omdat de sensor een
voertuig dat u afsnijdt te laat kan herkennen.
y Verminder vaart om de tussenliggende
afstand tot een voertuig voor u te behouden
wanneer dit voertuig langzamer rijdt dan de
ingestelde snelheid.
y Behoud de tussenliggende afstand tot een
voertuig voor u door de ingesteld snelheid aan
te houden wanneer dit voertuig sneller rijdt
dan uw rijsnelheid.
y Als een voorliggend voertuig de rijstrook
verlaat wees dan voorzichtig omdat er het
risico op een botsing bestaat omdat een
nieuw voorliggend voertuig niet meteen
herkend kan worden.
Starten en vertrekken
4
4-139