Inhoudsopgave
Advertenties
6. Workflow > 6.5. De bewakingsscan voorbereiden
WAARSCHUWING
Gebruik altijd de vooraf vastgestelde en geteste ExamCards voor temperatuurmeting en de
protocollen voor het maken van temperatuurgrafieken.
Het gebruik van andere protocollen kan leiden tot een onverwachte beeldkwaliteit of een
inefficiënte temperatuurwaarneming. Dit kan vervolgens leiden tot oververhitting van
weefsel, onderbehandeling, onbedoelde verwarmingslocaties en weefselschade.
WAARSCHUWING
Gebruik de vooraf bepaalde en geteste spoelcombinaties voor het maken van
temperatuurgrafieken.
Het gebruik van andere spoelen kan leiden tot een onverwachte beeldkwaliteit, overmatige
SAR of inefficiënte temperatuurwaarneming. Dit kan vervolgens leiden tot oververhitting
van weefsel, onderbehandeling, onbedoelde verwarming en weefselschade.
OPMERKING
Als de bewakingsslice van het nabije veld gepositioneerd is in de onderhuidse vetlaag, kan het zijn
dat de bewakingsscan de temperatuurveranderingen in het nabije veld niet goed waarneemt. Dit
kan tot gevolg hebben dat:
Temperatuurgrafieken lagere temperaturen aangeven in het nabije veld dan de daadwerkelijke
temperaturen.
Warmtedosis-berekeningen kleinere dosis weergeven dan de daadwerkelijke dosis in het nabije
veld.
Er geen of te late waarschuwingen worden gegeven over verwarming in de waarschuwingszone
van het nabije veld.
Foutieve positionering van de stack verhoogt het risico op brandwonden, doordat de huid of de
spieren onder de onderhuidse vetlaag verwarmd kunnen worden zonder dat u dit merkt.
OPMERKING
In de Uterus-toepassing kunt u een ROI uit de vrije hand in de stack in het verre veld plaatsen.
OPMERKING
U dient de testsonicatie te herhalen als het scanprotocol voor temperatuurgrafieken op een of
andere manier is gewijzigd, bijvoorbeeld als een REST-slab is verplaatst of de grootte ervan is
gewijzigd.
OPMERKING
Op de MR-scanner moet Push naar werkstation actief zijn om zeker te zijn dat de beelden naar
de Sonalleve-console worden gestuurd. Zorg er ook voor de instelling Scan automatisch starten
inschakelen of, met MR-software R3 of R4, Scan automatisch starten is uitgeschakeld om
ervoor te zorgen dat de plakken correct worden gepositioneerd.
Gebruiksaanwijzing
109509A2 /
07-2021
105 (205)
Advertenties
Inhoudsopgave
