6. Workflow > 6.6. Therapieplanning
6.6.6. Positioneren van het behandelvolume
WAARSCHUWING
Positioneren:
Laat bij het tekenen van planningdoelvolumes of cellen altijd voldoende
veiligheidsmarge vrij voor gevoelige organen of andere gevoelige structuren.
Vermijd het plaatsen van behandelcellen dichter bij de wervelkolom of gevoelige
structuren dan aangegeven door de veiligheidsmarge veld veraf. Als dit door
anatomische beperkingen niet mogelijk is, dient u de sonicatie zorgvuldig in de gaten te
houden en erop te zijn voorbereid om deze te stoppen indien dat nodig is.
Vermijd het plaatsen van behandelcellen dichter bij de serosa van de uterus of ander
weefsel dat moet worden gespaard dan aangegeven door de veiligheidsmarge voor
behandelcellen. Zo dient bijvoorbeeld verwarming van het endometrium van de uterus te
worden vermeden bij patiënten die in de toekomst mogelijk zwanger willen worden. Als
dit door anatomische beperkingen niet mogelijk is, dient u de sonicatie zorgvuldig in de
gaten te houden en erop te zijn voorbereid om deze te stoppen indien dat nodig is.
Besteed met name aandacht aan voorwerpen die zich direct in het gebied van de
transducerbundel bevinden en vergeet daarbij het veld veraf niet.
-
Met lucht gevulde structuren en botten kunnen onverwachte reflecties veroorzaken.
-
De darmen mogen zich nooit in het bundelpad van het nabije veld bevinden.
Verwarming van de darmen kan leiden tot darmperforatie.
-
Verwarming in het veld veraf kan leiden tot beschadiging van de nervus
ischiadicus/peritonitis.
-
Sommige structuren absorberen de ultrasone golven volledig, wat tot efficiëntere
verwarming leidt. Voorbeelden van zulke structuren zijn bot, darmen, klemmetjes,
littekens en andere rigide structuren, en luchtinterface.
Sonicatie door littekens, huidplooien of navel moet worden vermeden om schade te
voorkomen. De functie Beam Shaping kan worden gebruikt om deze delen te
beschermen. QuickCover Ultrasound beschermende afdekkingen kunnen worden
gebruikt om littekens te beschermen.
De planningafbeeldingen tonen het belangrijkste deel van de gefocuste 3D-
transducerbundel. Bedenk echter dat grenzen, zoals met lucht gevulde structuren en
botten, onverwachte reflecties kunnen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bij de weergegeven transducerbundel wordt geen rekening gehouden met het vermogen of
de duur van de sonicatie. Bij de hoogste sonicatie-energieën (grote cellen en grote
vermogens) moet u een marge van minimaal een paar millimeter aanhouden tussen de
weergegeven transducerbundel en eventuele vitale organen, of u nu wel of niet
gebruikmaakt van Beam Shaping.
OPMERKING
Bij de feitelijke therapiesonicaties moet ook de contour van 30 EM voor de warmtedosis worden
gebruikt als maat voor het gebied dat vermoedelijk zal worden beïnvloed.
Sonicatie met elektronische X-afbuiging vereist hogere vermogensniveaus en dus ook bredere
veiligheidsmarges.
Gebruiksaanwijzing
109509A2 /
07-2021
116 (205)