2.4.2.1
Veiligheidsmaatregelen voor alle beschermingswijzen
De afvoerleidingen voor meetgas en referentiegas moeten eindigen buiten de plaatsen waar
ontploffingsgevaar kan heersen op een ongevaarlijke plaats.
De meetgasafvoerleiding kan ook teruggevoerd worden naar de uitlaatplek.
OXYMAT 7: Bij het afvoeren van brandbare en ook niet-brandbare meetgassen naar
plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, moet voor iedere meetgasingang en -uitgang
een eigen vlamdover zijn aangebracht.
De maximaal toegestane meetgasdruk in de analysator hangt af van de ingevoerde soort
gas. Zorg ervoor dat er geen hogere absolute meetgasdrukken optreden dan aangegeven in
de technische gegevens van de desbetreffende apparaatuitvoering. De exacte gegevens
over de condities van de meetgasingang vindt u in het hoofdstuk 'Technische gegevens voor
gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (Pagina 99)'.
Controleer het containmentsysteem na alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden op
dichtheid.
2.4.2.2
Beschermingswijze Ex p
Voor gas/luchtmengsels boven de OEG is een faalzekerheid van het containmentsysteem in
de zin van EN IEC 60079-2 en EN IEC 60079-14 niet gewaarborgd. Want via lekkages (bijv.
O-ringen) kan het meetgas binnendringen in de overdruk-behuizing. Dit vrijkomen van
meetgas mag echter als beperkt worden beschouwd. De maximale hoeveelheid die vrijkomt,
ligt onder de 200 μl/min en wordt gewaarborgd door de maatregelen van kwaliteitsbeheer
van de fabrikant bij levering van de analysator.
Om concentraties van gassen in de behuizing te beperken of te voorkomen, worden Ex p-
apparaten continu gespoeld met een beschermgas (spoelgas). Als spoelgas wordt inert gas
of lucht gekozen.
Tijdens de voorspoelfase, vóór het inschakelen van het apparaat, doorstroomt het spoelgas
de behuizing om eventueel aanwezige brandbare gassen te verwijderen. In de bedrijfsfase
wordt het spoelgas nog steeds in de behuizing geleid. Daardoor wordt het meetgas dat via
lekkages vrijkomt, zodanig verdund dat er geen ontvlambaar gasmengsel ontstaat.
OXYMAT 7: Bij het afvoeren van spoelgas in de Ex-zone dient u ervoor te zorgen, dat de
spoelgasuitgang met een vlamdover uitgerust is.
De informatie over het spoelgas vindt u onder: Technische gegevens voor gebruik op
plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (Pagina 99).
Ontploffingsgevaar
Voor apparaten met vereenvoudigde overdrukbehuizing met beschermingswijze Ex pz voor
gebruik in Ex-zone 2 en Ex-zone 22 geldt:
• Voer nooit brandbare gas/luchtmengsels in, waarvan de samenstelling ook incidenteel
Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering
Beknopte bedieningshandleiding, 05/2018, A5E35134270-03
WAARSCHUWING
boven de OEG ligt!
2.4 Algemene bepalingen betreffende explosiebeveiliging
Veiligheidsaanwijzingen
17