In gebruik nemen
6.5 Gaskanalen op dichtheid controleren
6.5
Gaskanalen op dichtheid controleren
6.5.1
In het algemeen over afdichting
Overdrukomhulsel Ex p
De analysatoren mogen alleen worden gebruikt op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan
heersen, wanneer vóór de inbedrijfstelling alle vereiste gastoevoer- en afvoerleidingen
aangesloten zijn en met 1,5 maal de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk op dichtheid en
sterkte gecontroleerd zijn.
De vereiste gastoevoerleidingen en -afvoerleidingen vallen onder de verantwoordelijkheid
van de exploitant van het apparaat. Ze dienen echter ook te voldoen aan de vereisten voor
de beschermingswijze 'Overdrukomhulsel' en moeten separaat gecontroleerd worden
volgens de norm EN IEC 609079-2.
6.5.2
Aanbevolen testopbouw
Rangschikking van de gasaansluitingen
De volgende afbeelding geeft de gasaansluitingen schematisch weer:
1
2
3
4
Afbeelding 6-1
60
Meetgasingang
Meetgasuitgang
ULTRAMAT 7: Referentiegasuitgang
OXYMAT 7 / CALOMAT 7: niet bezet, blinde schroefkoppeling
OXYMAT 7 / ULTRAMAT 7: Referentiegasingang
CALOMAT 7: niet bezet, blinde schroefkoppeling
Rangschikking van de gasaansluitingen
Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering
Beknopte bedieningshandleiding, 05/2018, A5E35134270-03