Gebruikersniveau
Expert
'2222'
Service
Logboek
Het apparaat beschikt over een logboek waarin buitengewone gebeurtenissen, bijv.
foutmeldingen die bevestigd moeten worden, geregistreerd worden. Modulespecifieke
meldingen worden hierbij steeds in de module zelf permanent opgeslagen. Via de LUI biedt
het apparaat u een uniforme interface die alle afzonderlijke logboeken logisch samenvat.
Wanneer een module vervangen wordt, verdwijnen de logboekgegevens daarvan uit het
logboek van het apparaat.
Logboeken zijn als ringgeheugen georganiseerd. Wanneer het geheugen vol is, worden
oudere items overschreven door nieuwere. De logboekitems worden dienovereenkomstig in
chronologische volgorde getoond. Door filterfuncties in te stellen kunt u de omvang van de
weergave overeenkomstig uw eisen inperken.
7.2
Menustructuur
7.2.1
Hoofdmenu
Opbouw
Afbeelding 7-3
Het hoofdmenu stelt het bovenste niveau van het navigatiescherm voor en omvat voor
iedere component de afgebeelde zes menu-items. Het hoofdmenu en de onderliggende
menu's vormen de menustructuur.
Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering
Beknopte bedieningshandleiding, 05/2018, A5E35134270-03
Beschrijving
Aanvullend op Standard: met Expert-pincode schrijftoegang tot parameters die
uitwerkingen op de projectering van het apparaat hebben. Instellen van hogere
apparaatfuncties en toekenning van pincodes voor de gebruikersniveaus Stan-
dard en Expert.
Aanvullend op Expert: met Service-pincode schrijftoegang tot parameters, met
diagnostisch en herstellend effect, die voor het behoud van het goede functione-
ren van het apparaat dienen.
Menu-items van het hoofdmenu
Bedienen
7.2 Menustructuur
71