Bedienen
7.1 Local User Interface (LUI)
Schermen/weergaven
De toegang tot de functies van het apparaat of zijn componenten wordt gestructureerd door
de schermen. Op het display worden steeds slechts die bedieningsmogelijkheden getoond
die aan de uitrusting van uw apparaat beantwoorden.
Hoofdscherm
Navigatiescherm
Parameterscherm
Afbeelding 7-2
Schermen van de Local User Interface
68
Dit scherm bevat de meetwaardeweergave van alle componenten, de uitgebreide meetwaarde-
weergave, de proceswaardeweergave en de lijst met actuele meldingen. De beide meetwaar-
deweergaven en de lijst met actuele meldingen kunnen van de lees- naar de selectiemodus
worden omgeschakeld. In de selectiemodus is de selectie van een component of de toegang tot
de onderliggende schermen mogelijk.
Omschakelen tussen de weergaven van het hoofdscherm met de toetsen <▼>/<▲>.
Omschakelen naar de selectiemodus met de toets <ENTER>.
Componentselectie met de toetsen <▼>/<▲>.
Aan iedere component is een identiek opgebouwd hoofdmenu met zes menu-items toegewe-
zen.
Na maximaal vier submenu's wordt het parameterscherm bereikt.
Selectie van de menu's met <ENTER> of <▶>. Navigatie met pijl- of cijfer- en punttoets.
Vensters tonen, in het bijzonder voor de volgende doeleinden: Wijzigen van instellingen, active-
ren van wizards, tonen van informatie.
Bediening met pijl- en/of cijfertoetsen, <ENTER> of <ESC>.
Terugkeren naar het hoofdscherm met <MEAS>.
Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering
Beknopte bedieningshandleiding, 05/2018, A5E35134270-03