Advertenties
Installatie
Ketelbeveiligingsuitrusting
Veiligheidstechnische componenten
De afbeelding geeft de veiligheidstechni-
sche uitrusting weer conform EN12828 en
SWKI 93-1 voor direct verwarmde verwar-
mingsketels met een bedrijfs-temperatuur
105 °C en een max. veiligheidstempera-
tuur (STB) 110 °C.
Schematische weergave zonder
aanspraak op volledigheid. Voor de
praktische uitvoering gelden de
vermelde normen en de desbetreffende
regels der
techniek.
NL
Nr Component
Circulatiepomp
1
Afsluitventiel
2
Ketelregeling met
3
keteltemperatuurindicator
Temperatuursensor voor
4
ketelregeling
1)
Temperatuurbewaker
5
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
6
Tweede
7
veiligheidstemperatuurbegrenzer
Droogloopbeveiliging
8
Veiligheidsklep
9
3)
10 Ontluchtingskap
11 Kapventiel
12 Drukmeetinrichting
13 Drukbegrenzer max.
14 Bijkomende max. druk-
begrenzer
6)
15 Afkoelleiding
16 Expansievat
17 Uitlaatgastemperatuurbegrenzer
18 Warmtebronnen
Opmerkingen
1
Moet bij de ELCO ketelbedieningspanelen van de condenserende stookolieketel STRATON XL worden bewaard.
2
Voor verwarmingstoestellen 300 kW (STRATON XL 150-270) kan in de plaats van de droogloopbeveiliging per
verwarmingsketel een minimale drukbegrenzer (zie ELCO toebehoren) worden geïnstalleerd.
3
Voor bedrijfsdruk 3 bar en ketelvermogen 250 kW (STRATON XL 150-210) zie ELCO toebehoren.
4
Voor verwarmingstoestellen 300 kW (volgens EN 12828) resp. voor verwarmingstoestellen > 70 kW (volgens SWKI 93-
1). De ontluchtingskap is niet noodzakelijk wanneer ieder verwarmingstoestel met een bijkomende
veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pos. 7) en een bijkomende max. drukbegrenzer (zie pos. 14) uitgerust wordt.
5
Voor verwarmingstoestellen > 300 kW. De max. drukbegrenzer moet zo ingesteld zijn dat dat hij vóór de
veiligheidskleppen reageert. Bij overschrijding van de ingestelde drukgrenswaarden moet hij de opwarming onderbreken
en tegen automatisch heropstarten vergrendelen.
6
Voor verwarmingstoestellen 300 kW (volgens EN 12828) resp. voor verwarmingstoestellen > 70 kW (volgens SWKI 93-
1), wanneer geen ontluchtingskap (zie pos. 10) geïnstalleerd wordt.
1)
1)
1)
1)
2)
4)
5)
126
Advertenties
