RUITENWISSER, RUITENSPROEIER VOOR
storingen
Bij een storing van het automatisch wissen,
schakelt de ruitenwisser over op wissen met
intervallen. Roep de hulp in van een merk-
dealer.
De werking van de regensensor kan worden
verstoord bij:
– beschadigde ruitenwissers; een water-
laagje of watersporen achterlaten in de
detectiezone van de sensor kunnen de
reactiesnelheid van het automatisch
wissen vergroten of de frequentie van het
wissen verhogen;
– op een voorruit met een chip of barst ter
hoogte van de sensor, of een voorruit die
is bedekt met stof, vuil, insecten, ijs, was
of waterafstotende stoffen, is de ruiten-
wisser minder gevoelig of reageert deze
mogelijk helemaal niet.
(3/5)
1
D langzaam continu wissen
E snel continu wissen
Bijzonderheid
Tijdens het rijden gaat de wisser lang-
zamer werken als de auto stopt. Van snel
continu wissen naar langzaam continu
A
wissen. Zodra de auto weer gaat rijden, be-
ginnen de wissers weer met de oorspronke-
B
lijk ingestelde snelheid te werken.
Als u de schakelaar 1 in een andere stand
zet, schakelt u hiermee bovengenoemd au-
C
tomatisme uit.
D
Voorzorgsmaatregelen
– Controleer bij vorst voordat u de rui-
E
tenwisser inschakelt of de ruitenwisser-
bladen niet zijn vastgevroren. Als u de
ruitenwisser inschakelt terwijl de bladen
zijn vastgevroren, kunt u zowel de bladen
als de motor van de ruitenwisser bescha-
digen.
– Activeer de ruitenwissers niet op een
droge ruit. Dit kan leiden tot vroegtijdige
slijtage of beschadiging van de wisser-
bladen.
1.123