AIRCONDITIONING:
Activering van de
"Programmatie"
De functie start vóór het aangegeven tijdstip,
zodat het voertuig een comfortabele tempe-
ratuur heeft bereikt tegen de geplande ver-
trektijd. Voorwaarden:
– de motorkap dicht is;
– het laadniveau van de tractiebatterij is
hoger dan 7.5%;
– de motor wordt uitgeschakeld;
– de bestuurder zit niet in de auto.
Het controlelampje
wordt op het in-
strumentenpaneel weergegeven.
3.18
programmeren (2/2)
Onmiddellijk inschakelen van de
airconditioning
Het is mogelijk om de airconditioning onmid-
dellijk te starten als:
– de motorkap dicht is;
– het laadniveau van de tractiebatterij is
hoger dan 7.5%;
– de motor wordt uitgeschakeld;
– de bestuurder zit niet in de auto.
De werking van de onmiddellijke activering
van de airconditioning is anders dan het pro-
grammeren:
– dit moet worden gestart vanaf uw smartp-
hone;
– de stuurwiel- en stoelverwarming, als uw
auto hiermee is uitgerust, wordt automa-
tisch geactiveerd;
– de functie stopt na ongeveer 10 minuten.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
multimediasysteem voor meer informatie.
Uitschakelen van de
airconditioning
De airconditioning schakelt zich automatisch
uit ongeveer 10 minuten na de geprogram-
meerde stoptijd.
De functie kan zich ook uitschakelen als:
– de motor draait;
– het laadniveau van de tractiebatterij is
lager dan 7%;
– de motorkap open is;
– u drukt op een van de schakelaars op het
bedieningspaneel;
– de bestuurder bevindt zich ongeveer
20 seconden in het interieur.
Opmerking: deze voorwaarden zijn ook van
toepassing op de onmiddellijke deactivering
van de airconditioning.
Indien de auto gedurende lange tijd gepar-
keerd staat zonder een portier te openen
met ten minste één actief pre-airconditio-
ningsschema, dan wordt de functie gedeac-
tiveerd vanaf de derde start van de pre-air-
conditioning. De functie is beschikbaar
wanneer een van de portieren van het voer-
tuig wordt geopend.