ZEKERINGEN
(2/3)
4
Kantel de klep van het opbergvak A zo ver
mogelijk naar beneden.
U hebt nu toegang tot de zekeringenkast 4.
5.18
Tangetje 5
Maak de zekering los met behulp van het
tangetje 5 dat zich op de zekeringenplaat
bevindt.
U kunt de zekering uit het tangetje schuiven.
Gebruik niet de ongebruikte plaatsen op de
zekeringplaat om reservezekeringen in te
steken.
Afhankelijk van de wetgeving of uit voor-
zorg:
Zorg dat u altijd reservelampen en zeke-
ringen in uw auto heeft, een merkdealer
kan u deze leveren.
5
Controleer de betreffende ze-
kering en vervang hem, indien
nodig, door een zekering met
hetzelfde amperage als de
oorspronkelijke zekering.
Door een te sterke zekering kan de be-
drading te heet worden en kan brand
ontstaan als een elektrisch orgaan door
een storing te veel stroom verbruikt.