ELEKTRONISCHE PARKEERREM
1
Automatische werking
Vastzetten van de automatische
parkeerrem
Bij stilstaande auto kunt u de auto blok-
keren met behulp van de automatische par-
keerrem:
– door te drukken op de start/stop-knop
van de motor 1;
of
– als de bestuurdersgordel niet is vast-
gemaakt;
of
– bij openen van het bestuurdersportier;
2.10
(1/4)
2
3
of
– als de stand P is ingeschakeld.
De elektronische parkeerrem kan worden gebruikt om de auto stil te zetten.
Controleer, voordat u de auto verlaat, of de automatische parkeerrem inderdaad
is vastgezet. Controlelampje 2 op schakelaar 3 en controlelampje
instrumentenpaneel verschijnen om aan te geven dat de parkeerrem is ingescha-
keld. De lampjes gaan uit als de portieren worden vergrendeld. Afhankelijk van de auto
bevindt zich een sticker op het bovenste deel van de voorruit om u hieraan te herinneren.
In alle andere gevallen wordt de automati-
sche parkeerrem niet automatisch vastge-
zet. De handbediening moet dan gebruikt
worden.
Voor bepaalde modellen in sommige landen
wordt de rem niet automatisch vastgezet.
Zie "Handbediening".
Het vastzetten van de elektronische par-
keerrem wordt bevestigd doordat het contro-
}
lelampje
op het instrumentenpaneel
en het controlelampje 2 op de schakelaar 3
oplichten.
Na het stilzetten van de motor, dooft het con-
trolelampje 2 enkele minuten na het vastzet-
ten van de automatische parkeerrem en het
}
controlelampje
gaat uit bij het ver-
grendelen van de auto.
}
op het