PREVENTIE VERLATEN RIJSTROOK
4
Werking
Wanneer de functie is geactiveerd, worden
het waarschuwingslampje
linker- en rechterstreep 4 op het instrumen-
tenpaneel grijs weergegeven.
De functie is ingesteld om te werken
bij een voertuigsnelheid tussen ongeveer
65 km/u en 150 of 160 km/u, afhankelijk
van het voertuig; het waarschuwingslampje
en de streepaanduidingen links en
rechts 4 verschijnen in het wit.
De functie reageert als de auto een lijn
nadert of overschrijdt zonder dat de richting-
aanwijzers worden ingeschakeld.
(3/6)
In deze gevallen:
– activeert de functie een actie op de stuur-
inrichting van de auto om de verplaat-
singsrichting van de auto te corrigeren;
– het waarschuwingslampje
lampje 4 aan de kant van de overschre-
den streep gaat geel branden op het in-
strumentenpaneel.
Opmerking: bochten kunnen enigszins
worden afgesneden zonder dat de functie
wordt geactiveerd.
Als de corrigerende actie op de stuurinrich-
ting onvoldoende is, gaan het waarschu-
wingslampje
de kant van de overschreden streep rood
branden op het instrumentenpaneel en gaat
het stuurwiel trillen.
en de
Bijzondere gevallen
Bij het gebruik van de functie:
– Als het systeem geen actie van de be-
en het
– Als het systeem te lang actief is, klinkt
en de indicator 4 aan
U kunt de correctie van de verplaat-
singsrichting op elk moment onderbre-
ken door het stuurwiel te bewegen.
stuurder op het stuurwiel detecteert, ver-
schijnt het oranje controlelampje
op het instrumentenpaneel, met het be-
richt "Houd controle". Ook hoort u een ge-
luidssignaal.
Het geluidssignaal, het controlelampje en
het bericht blijven totdat de bestuurder de
controle overneemt;
er een waarschuwingsgeluid, het indi-
catielampje 4 aan de kant van de betref-
fende lijn knippert en het waarschuwings-
lampje
brandt oranje totdat de
auto weer onder controle is.
2.39