DETECTIE BESTUURDERSALERTHEID
2
In-/uitschakelen via het
multimediascherm 2
Zie de multimedia-instructies voor het in-/uit-
schakelen van de functie.
Selecteer "ON" of "OFF".
2.70
(2/2)
Opmerking:
– het systeem wordt automatisch uitge-
schakeld als "Active Driver Assist" wordt
ingeschakeld. Bij uitschakelen van "Active
Driver Assist" wordt het systeem weer in-
geschakeld.
– het systeem wordt standaard geactiveerd
telkens wanneer de auto wordt gestart.
storingen
Als het systeem een storing detecteert,
wordt de "Vermoeidh.detect controleren"
weergegeven op het instrumentenpaneel
en wordt het systeem automatisch gedeac-
tiveerd.
Laat het systeem door een merkdealer con-
troleren.
De grenzen van de detectie
bestuurdersalertheid
De detectie bestuurdersalertheid reageert
mogelijk niet in de volgende omstandighe-
den:
– weg in slechte staat;
– sterke zijwind;
– dynamische rijstijl met veel bochten of
hoge acceleratie;
– frequente rijstrookwisselingen of veran-
deringen van de voertuigsnelheid.
De detectie bestuurdersalertheid geeft mo-
gelijk geen waarschuwing in de volgende
omstandigheden:
– korte onderbrekingen van aandacht;
– plotselinge afleiding, zoals een vallend
voorwerp, enz.