PEILEN
(1/3)
2
Koelvloeistof
De locatie van de koelvloeistofreservoirs
kan verschillen, afhankelijk van de auto.
– het reservoir 1 dient voor motorkoeling;
of
– het reservoir 1 dient voor motorkoeling en
het reservoir 2 dient voor koeling van de
tractiebatterij;
of
– het reservoir 2 dient voor koeling van de
motor en de tractiebatterij.
4.4
Controle van het peil moet bij stilstaande
1
motor en op horizontale ondergrond plaats-
vinden. Voor elk reservoir moet het peil
bij koude motor liggen tussen "MINI" en
"MAXI" op de koelvloeistofreservoirs 1 en 2.
Vul bij koude motor bij, voordat het peil
onder de markering "MINI" zakt.
Opmerking: bij een nieuw voertuig in de in-
rijfase kan het vloeistofpeil hoger zijn dan het
"MAXI"-peil op de tank; later kan het zakken
naar een peil tussen "MINI" tot "MAXI". Dit
levert geen risico op.
Als het peil abnormaal of herhaaldelijk
daalt, moet u een merkdealer raadple-
gen
Zolang de motor warm is,
mogen er geen werkzaamhe-
den aan de motor en het koel-
systeem worden uitgevoerd.
Risico van brandwonden.
Het aandrijfsysteem van de
elektrische auto gebruikt onge-
veer 400 volt gelijkspanning.
Dit systeem kan tijdens en na
het uitzetten van het contact onder span-
ning staan.
Let op de waarschuwingen op de stic-
kers in de auto.
Elke ingreep of wijziging aan het elek-
trische 400 V-systeem van het voertuig
(componenten, kabels, connectoren,
tractiebatterij) is strikt verboden.
Risico van ernstige brandwonden of
mogelijk dodelijke elektrische schok-
ken.
Bovendien kan de ventilateurmotor on-
verwacht gaan draaien. Het waarschu-
wingslampje
in de motorruimte
herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar