Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Van De Rookgasleiding; Aansluiting Van De Pelletstoevoer - Buderus Logano SP251 Montage- En Bedieningsvoorschriften

Pelletsketel
Inhoudsopgave

Advertenties

Monteer het ventiel aan het hoogste
punt van de ketel of in het vertrek in
de onmiddellijke buurt van de
warmteproducent.
GEVAAR VOOR VERWONDINGEN
Gevaar voor personen door het
aflaten van het veiligheidsventiel!
Voer het uitblaaswater naar de
afvoerleiding.
Voer de verbindingsleiding naar het
veiligheidsventiel uit conform DIN
EN 12828.
Waterstand- en drukweergave
De installatie moet uitgerust zijn met een
instrument dat de druk aangeeft.
DIN EN 12828: manometer met
markering voor de minimumdruk van
de installatie en de openingsdruk
van het veiligheidsventiel. De
testdruk voor de warmteproducent
moet aangegeven kunnen worden.
Ketelkringpomp
De ketel mag enkel functioneren met
retourtemperaturen ≥ 45 ° C. De vereiste
ketelkringpomp moet bouwzijdig voorzien
worden. De sturing gebeurt door de ESE-
regeling, als er geen bufferboiler
voorhanden is en door de Logamatic 4000
bij een installatie met een bufferboiler.
Retourvoeler
Als de installatie is uitgerust met een
mengklep voor verhoging van de
retourtemperatuur, moet in de retour aan
de plaats in kwestie absoluut een
dompelhuls voorzien worden voor de
retourvoeler (6 mm).
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Montage und Bedienungsanweisung Pellet-Spezialheizkessel Logano SP 251 Ausgabe 12/2004
Installatie
Aanbeveling voor vloerverwarming
Als er zuurstof in de installatie binnen-
dringt door niet-diffusiedichte kunststof
leidingen, kan dat leiden tot verwarmings-
waterzijdige corrosie aan de stalen
installatiecomponenten. Dat leidt tot
slibvorming in de ketel door corrosie-
vorming en schade aan de ketel door
plaatselijke thermische overbelasting.
Zorg voor een hydraulische
scheiding van de kring voor
vloerverwarming en de ketelkring
door een warmtewisselaar (enkel bij
kunststof leidingen).
Bij toepassing van inhibitoren:
respecteer de door de fabrikant
aangegeven concentratie in het
verwarmingswater exact en
controleer ze periodiek.

6.11 Aansluiting van de rookgasleiding

Plaats de rookgasleiding met een
stijging naar de schoorsteen
(voorstel: 5 – 10 %).
Positioneer de ketel zo, dat de
rookgassen langs de kortste weg
naar de rookgasinstallatie gevoerd
worden.
Voorzie een reinigingsopening in de
rookgasleiding.

6.12 Aansluiting van de pelletstoevoer

De ketel kan uitgevoerd worden met een
geknikte pelletsaanvoer of met een
aanzuigsysteem
SFA.
voorschrift van de geknikte pelletsaanvoer
en het aanzuigsysteem.
De systemen voor pelletsaanvoer moeten
conform de indicaties van de fabrikant
aangesloten worden.
6
Zie montage-
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave