Onderhoud
10 Onderhoud
(zie ook onderhoudsvoorschrift voor de
Logano SP251-15 / 25)
Dankzij de volledig automatische
bedrijfswijze van de verwarmingsketel
moeten er slechts een beperkt aantal
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
uitgevoerd worden.
Voor alle onderhoudswerkzaamheden:
toestel stroomloos schakelen en
•
5 min. wachten (ontlading van de
condensatoren)
vuurhaard laten afkoelen
•
bij het verwijderen van de assen
•
uitkijken voor gloeiresidu's
bij alle werkzaamheden aan de
•
installatie (met name aan het
systeem voor pelletsaanvoer in de
opslagruimte voor de pellets):
bij de ketelregeling evenals aan de
deuren van de opslagruimte een
goed zicht- en leesbaar blad
aanbrengen om een onopzettelijke
inbedrijfstelling te vermijden
personen, die zich in de buurt van de
•
installatie bevinden informeren over
de duur en de omvang van de
werkzaamheden.
installatie beveiligen tegen een
•
onopzettelijke inbedrijfstelling door
onbevoegden (uitschakelen van de
veiligheidstoestellen)
10.1 Onderhoudswerkzaamheden
zie ook onderhoudsvoorschrift
Maak enkel gebruik van originele
•
wisselstukken.
Assen uit de rookgasleiding, de ketel
•
en de assenlade verwijderen.
Turbulatoren in de rookgasleidingen
•
van de ketel controleren.
Ontstekingsleiding reinigen.
•
Vuurhaard en naverbrandingsring
•
reinigen.
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Montage- en bedieningsvoorschrift Pelletsketel Logano SP 251 – Uitgave 12/2004
Ventilator reinigen.
•
Alle aandrijfeenheden onderhouden
•
en smeren.
Veiligheidstoestellen controleren.
•
Dichtheid en dichtingen controleren.
•
Parameters van de ketelregeling
•
eventueel aanpassen aan de
behoeften van de klant of vereisten
van de verbrandingsmaterialen.
Verslijtdelen visueel controleren
•
(tandradertjes, kettingen, vijzels).
Kettingspanning controleren (max.
•
doorhangen 10 mm).
Ketel met behulp van het
•
rookgasmeettoestel instellen op het
optimale rendement (aan parameter
13 – 22 instellen).
10.2 Na afsluiting van de
werkzaamheden
Complete werkingscontrole van de
•
ketel uitvoeren:
- aansluiting en werking van de
verwarmingsregeling en andere
componenten controleren
- ketel opwarmen tot aan het
uitschakelpunt van de
keteltemperatuurregeling
Goede werking van de brandstoftoevoer
(pelletsaanvoer) veiligstellen.
10.3 Ontluchten en bijvullen
Verwarm de installatie gedurende
•
een tijd tot op de hoogste vertrek-
temperatuur (alle radiatorventielen
zijn geopend) en ontlucht ze
nadien.
Laat het water afkoelen tot een
•
temperatuur van minder dan 50° C
en vul de installatie bij indien nodig.
Ontlucht de vulslang vooraleer de
installatie te vullen.
Buderus Heiztechnik GmbH http://www.heiztechnik.buderus.de
10
41