8 Bediening
De ketelregeling ESE controleert het
automatische bedrijf van de installatie:
permanente controle van alle
•
veiligheidscomponenten
(terugbrandvoeler, ketel- en
rookgastemperatuur en
retourtemperatuur)
automatische aanpassing van het
•
brandervermogen aan het vereiste
verwarmingsvermogen
weergave van de ketelgegevens,
•
brandertoestanden en storingen
uitschakeling van de installatie bij
•
storingen
8.1
Bedieningselementen van de
ketelregeling ESE
De in de fabriek vooringestelde
ketelregeling biedt de mogelijkheid om de
actuele toestelfuncties visueel voor te
stellen en de installatiespecifieke
parameters te wijzigen.
De bediening gebeurt in menu's op het
display en aan de hand van 4 functie-
toetsen.
8.2
Weergaven op het display
Bij normaal bedrijf verschijnen:
KesselSoll: 80 ° C (streeftemperatuur)
Kessel Ist: XX ° C (reële temperatuur)
8.2.1 Branderstatus
Druk de toets
in, om de branderstatus
▲
aan te geven.
Op het display verschijnt:
Brenner:
Abgas: XX ° C
De volgende branderstatussen kunnen
aangegeven worden:
AUS (brander uit)
•
EIN (brander aan)
•
Bklappe (brandbeveiligingsklep)
•
Zündung1 (1e ontstekingspoging)
•
Zündung2 (2e ontstekingspoging)
•
Zündung3 (3e ontstekingspoging),
•
enz.
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Montage- en bedieningsvoorschrift Pelletsketel Logano SP 251 – Uitgave 12/2004
(brander)
(rookgas: XX ° C)
Bediening
5
Afb. 37 Bedieningselementen
van de ketelregeling
1. display
2. toets "Ab" / "Weniger"
(vanaf/minder)
3. servicetoets (serviceniveau)
4. toets OK
5. toets "Auf" / "Mehr" (open/meer)
8
1
3
2
33
4