Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afsluitweerstanden; Instellingen Op De Centrale Module Zm5311 - Bosch Control 8311 Servicehandleiding Voor De Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor Control 8311:
Inhoudsopgave

Advertenties

12
LAN1
11
LAN2
10
-
+
9
8
Afb. 21 Achterzijde bedieningsunit
[1]
Opening voor SD-kaart
[2]
CAN-BUS-aansluiting (zonder functie, voor latere functies voorzien)
[3]
Modbus-RTU-aansluiting, bijvoorbeeld voor WKK
[4]
EMS-aansluiting (aansluiting EMS-warmtebron met eigen
basisregeling
[5]
Adresinstelling regelaar
[6]
Draadbrug (J2) voor de activering van de afsluitweerstand Modbus-
RTU
[7]
Draadbrug (J1) voor de activering van de afsluitweerstand CAN-bus
[8]
Typeplaat
[9]
Batterij CR2032
[10] Netwerkaansluiting 2 (CBC-BUS)
[11] Netwerkaansluiting 1 (Internet, ModBus TCP/IP, CBC-BUS)
[12] USB-aansluiting
Adres
Beschrijving
0
Autonome regelaar (fabrieksinstelling):
• Als cv-toestel (brandersturing) of als onderstation (alleen
voor verbruiker)
Master (master-regelaar):
• De buitentemperatuursensor moet altijd op de master
aangesloten worden.
• De master detecteert de dubbele toekenning van een
adres. Op het display van de bedieningsunit wordt een
storing getoond.
• Alle regelaars binnen het systeem geven hun gewenste
waarden aan de master. De master berekent dan de alge-
mene gewenste waarde.
• In ieder systeem is er maar 1 master toegestaan!
▶ Hoofdstuk 17, pagina 51 en hoofdstuk 22, pagina 63
aanhouden.
1...15
Slave (van de master afhankelijke regelaars):
• Het adres 0 is niet toegestaan voor een slave-regelaar.
• Ieder adres wordt slechts één keer gebruikt.
▶ Hoofdstuk 17, pagina 51 en hoofdstuk 22, pagina 63
aanhouden.
Tabel 4 Regelaaradressen
Control 8311 – 6720854595 (2022/07)
1
2
J1
3
J2
4
7
6
5
0010029623-001
8.1.2

Afsluitweerstanden

De afsluitweerstanden (Jumper) J1 en J2 ( afb. 4, [7], [6], pagina 9)
zijn in de leveringstoestand gesloten (geactiveerd = ingestoken). Als er
via de BUS-aansluitingen ( afb. 4, [2], [3], pagina 9) een netwerk op-
gebouwd wordt, moeten de draadbruggen bij de in het midden liggende
BUS-deelnemers worden geopend. Bij de eerste en de laatste BUS-deel-
nemer blijven de bruggen gesloten.
8.2

Instellingen op de centrale module ZM5311

WAARSCHUWING
Schade aan de installatie door verkeerd ingestelde veiligheidstem-
peratuurbegrenzer!
Wanneer de veiligheidstemperatuurbegrenzer te hoog is ingesteld, kun-
nen door hoge temperaturen de warmtebron en onderdelen daarvan be-
schadigd raken.
▶ Houd de maximale cv-watertemperatuur aan.
▶ Houd de maximaal toegestane bedrijfstemperatuur voor de installa-
tie aan.
De regelaar heeft een elektronische veiligheidstemperatuurbegrenzer
(STB). Deze heeft een dubbele sensor, die de functie van de tempera-
tuursensor en de veiligheidstemperatuursensor combineert. Hierdoor is
een gering temperatuurverschil tussen de aanvoertemperaturen van de
STB-uitschakelgrenzen mogelijk.
De veiligheidstemperatuurbegrenzer kan op de maximaal toegestane
STB-temperatuur worden ingesteld. De temperatuurinstellingen 99 °C
of 110 °C zijn mogelijk.
De fabrieksinstelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer is 99 °C.
De maximaal toegestane STB-temperatuur wordt door een draadbrug
op de centrale module ZM5311 ingesteld. De fabrieksinstelling is 99 °C
( afb. 22, [1]).
▶ Controleer, of de maximaal toegestane STB-temperatuur is inge-
steld.
ZM5311
2 1
2 1
3
2 1
2 1
ES
WA
PK MOD
0/1 10V GND
PWM 10V GND
2 1
3
2 1 3
2 1 2 1
FK
WA
PK MOD
ES
0/1 10V GND
PWM 10V GND
2
Afb. 22 Elektronische veiligheidstemperatuurbegrenzer bij de ZM5311
[1]
STB-instelling
[2]
Temperatuursensor (FK)
Instellingen
BF
STB
BF
STB
STB
1
0010022287-001
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave