Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Strategiegegevens - Bosch Control 8311 Servicehandleiding Voor De Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor Control 8311:
Inhoudsopgave

Advertenties

Warmte-opwekking
11.5

Strategiegegevens

Strategiegegevens kunnen alleen in de regelaar met adres 0 worden in-
gesteld. Ook bij installaties met een warmtebron moeten de basisinstel-
lingen altijd worden uitgevoerd.
Parameter
Aantal actieve warmtebronnen 0...1
Hydraulische koppeling
Verhoging aanvoertemperatuur
voor open verdeler activeren
Verhoging van de aanvoertem-
peratuur voor de evenwichts-
flestemperatuur
Externe warmteherkenning ac-
tief
Vreemde warmtebron te hoge
temperatuur
Sensor FK voor keteltempera-
tuurregeling gebruiken
Installatievraag actief
Vraag via bus
Maximale gewenste aanvoer-
temperatuur
Minimale gewenste aanvoer-
temperatuur
Uitvoertype spanningsuitgang
36
Instellingen/instelbereik Toelichting
Aantal warmtebronnen instellen.
Evenwichtscollector
Vraag, hoe de warmtebron -hydraulisch
is gekoppeld en - hydraulisch is geschei-
den.
Direct
Geen hydraulische scheiding
Buffervat
De warmtebron is op een buffervat aan-
gesloten.
Uit/Aan
Om de verdeler van voldoende energie te
voorzien, wordt de temperatuurverho-
ging bij de gevraagde aanvoertempera-
5...20...30 K
tuur opgeteld.
Uit/Aan
Als er aan de sensor FZ voldoende warm-
te voor de installatietoevoer voorhanden
is, wordt de start van de warmtebron
verhinderd. Wanneer de gewenste in-
stallatiewaarde met 4 K wordt onder-
schreden, wordt de warmtebron gestart.
5...10...20 K
Wanneer de temperatuur bestaande uit
de gewenste systeemwaarde en inge-
stelde Vreemde warmtebron te hoge
temperatuur wordt overschreden, wordt
de warmtebron geblokkeerd.
Uit/Aan
Aan: de systeemsensor (FZ of FVS of
FPO) wordt niet meer voor de ketelrege-
ling gebruikt.
Uit/Aan
Instelling, of met de vraag van de rege-
laar bij de warmteproductie rekening is
gehouden.
Uit/Aan
Instelling of de warmteproductie via de
Modbus TCP/IP kan worden aange-
vraagd.
50...90...120 °C
Maximale aanvoertemperatuur, die bij
de vraag van de installatie moet worden
bereikt.
10...20...70 °C
Minimale aanvoertemperatuur, die bij de
vraag van de installatie niet mag worden
onderschreden.
Geen
Ingestelde temperatuur Uitvoer van de gewenste installatietem-
peratuur
Actueel vermogen
Uitvoer van het actuele installatievermo-
gen
Bij installaties met meerdere toestellen:
▶ Installeer eventueel in de master-regelaar, afhankelijk van de
systeemstructuur FM-CM.
Warmteproductie > Strategiegegevens
Aanwijzing
De regelaar waarin de FM-CM is ingebouwd
(masterregelaar) moet regeltoesteladres 0
hebben.
Bijvoorbeeld open verdeler, warmtewisselaar
De warmtebron wordt zonder toestelcircuit
gebruikt.
Instelling voor de Control 8000 LOAD plus-
technologie. Een FM-CM is absoluut noodzake-
lijk.
▶ Planningsdocument aanhouden.
De ingestelde waarde is de maximale waarde.
Afhankelijk van de regelparameter is de werke-
lijke waarde variabel.
Temperatuursensor FZ bevindt zich in de open
verdeler, warmtewisselaar of in het buffervat.
Wordt alleen getoond, wanneer bij Modu-
leconfiguratie > Externe brander is inge-
steld.
Uit: er wordt alleen rekening gehouden met ex-
terne warmtevraag via de vermogensvraag (op
0...10 V).
Aan: er wordt rekening gehouden met warmte-
vragen uit de regelaar inclusief bedrijfsvoor-
waarden van de warmtebron en met extern
vragen.
Uit: er wordt geen rekening gehouden met
warmtevragen via Modbus TCP/IP.
▶ Houd rekening met de instellingen van de
veiligheidstemperatuurbegrenzer van de
warmtebron.
Wordt alleen weergegeven als er een FM-CM is
geïnstalleerd.
De parameters worden uitgevoerd via de aan-
sluitklemmen U 3/4 op de FM CM.
Keuze, welke parameter aan de aansluitklem
Brmod naar de centrale module ZM moet wor-
den uitgestuurd.
Aanwijzing: als een FM-CM is geïnstalleerd,
worden de parameters via de aansluitklemmen
U op de FM-CM uitgevoerd.
Control 8311 – 6720854595 (2022/07)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave