Warmte-opwekking
Parameter
VES-module via Modbus RTU
Cv-bedrijf bij communicatieverlies
Cv-toestel bedrijfsmodus
Gewenste waarde aanvoertempe-
ratuur
Toestelvermogen
Tabel 10 Cv-toestel fabrieksinstelling EMS
11.3
Cv-toestel-/bedrijfsvoorwaarden
OPMERKING
Schade aan het toestel door het niet aanhouden van de bedrijfsvoor-
waarden!
Wanneer de bedrijfsvoorwaarden van het gebruikte cv-toestel niet wor-
den aangehouden, dan kan dit schade aan het cv-toestel veroorzaken.
▶ Houd de bedrijfsvoorwaarden van het gebruikte cv-toestel aan.
▶ Bedrijfsvoorwaarden conform de toesteldocumentatie instellen.
Parameter
Sensor FR
Rookgastemperatuur maximale
waarde activeren
Rookgastemperatuur maximale
waarde
Ketelbedrijfvoorwaarden
32
Instellingen/instelbereik
Uit/Aan
Uit/Aan
Temperatuurgestuurd
Vermogen-gestuurd
5...50...100 °C
0...100 %
Instellingen/instelbereik Toelichting
Geen sensor
Instelling, of de sensor FR aanwezig is.
Retourtemperatuur
De aansluiting wordt als retourtemperatuur-
sensor gebruikt.
Rookgastemperatuur
De aansluiting wordt als rookgastempera-
tuursensor gebruikt.
Uit/Aan
Rookgastemperatuur, vanaf welke een waar-
schuwing/uitschakeling moet plaatsvinden.
45...180...250 °C
–
Cv-toestel/geen
Instelling, of de warmtebron bedrijfsvoor-
waarden heeft. Alleen voor warmtebronnen,
die geen voorwaarden stellen aan de minima-
le cv-water- of minimale retourtemperatuur
(bedrijfsvoorwaarden).
NT-aanvoer/Ecostream
Bedrijfsvoorwaarden van de warmtebron
worden conform Ecostream of minimale aan-
voertemperatuur geregeld.
NT-min. retour
Bedrijfsvoorwaarden van de warmtebron
worden conform de minimale retourtempera-
tuur geregeld.
Toelichting
Aan: VES-module (ontziltingsmodu-
le) is aangesloten.
Instellingen, met welke waarden een
slave-regelaar moet werken, wan-
neer de communicatie met de mas-
terregelaar is verbroken.
De warmtebron werkt met de inge-
stelde Gewenste waarde aanvoer-
temperatuur.
De warmtebron werkt met de inge-
stelde Toestelvermogen.
Vermelding, met welke gewenste
aanvoertemperatuur de warmte-
bron moet werken.
Vermelding, met welk vermogen de
warmtebron moet werken.
Warmteproductie > Toestelinstellingen externe brander > Brander >
Algemene gegevens hoofdstuk 18.1, pagina 55
Aanwijzing
▶ Aanvullende instellingen nodig
(hoofdstuk 11.8, pagina 39 en
hoofdstuk 18.5, pagina 56)
Wordt alleen weergegeven voor sla-
ve-regelaars met een adres > 0.
De instellingen gelden alleen voor de
warmtebron waarop de regelaar is
gemonteerd.
Het is nuttig om voor elke slave-rege-
laar de juiste instellingen uit te voe-
ren.
Aanwijzing
–
Instelling van de minimale retourtempe-
ratuur, die niet mag worden onder-
schreden.
Verdere instellingen nodig
( hoofdstuk 30.3.1, pagina 78).
–
–
Opgelet:
bedrijfsvoorwaarden en instelinstruc-
ties in de cv-toesteldocumentatie aan-
houden!
De waarde aan de sensor FK is voor het
waarborgen van de bedrijfsvoorwaar-
den van doorslaggevend belang.
Opgelet:
bedrijfsvoorwaarden en instelinstruc-
ties in de cv-toesteldocumentatie aan-
houden!
De waarde aan de sensor FR is voor het
waarborgen van de bedrijfsvoorwaar-
den van doorslaggevend belang.
Opgelet:
bedrijfsvoorwaarden en instelinstruc-
ties in de cv-toesteldocumentatie aan-
houden!
Control 8311 – 6720854595 (2022/07)