6. De test begint met een warming-upfase. De warming-up aan het begin van de test houdt in dat je
ongeveer 20 minuten in een comfortabel tempo rijdt. Neem 2-3 sprints waarin je voluit gaat op in
het midden van de warming-up, elk van ongeveer 1 minuut met hersteltijd. Nu zou je goed
opgewarmd moeten zijn en klaar om de test met maximale inspanning te doen. Kies je ervoor om
een kortere warming-up te doen, neem daarin dan wel de snelle sprints en herstelmomenten op.
In de warming-up kun je ook controleren of alles werkt zoals dat zou moeten en of je fiets
optimaal voor je is afgesteld.
7. Kies na een goede warming-up Start test.
8. Versnel naar het maximale vermogen dat je denkt dat je de hele test kunt volhouden. De
testweergave toont je vermogen in watt. De rode waarde geeft je huidige vermogen aan en de
witte waarde je geschatte doelvermogen. Probeer je tempo dicht bij het doel te houden en zorg
ervoor dat je gedurende de hele test op hetzelfde vermogen blijft zitten. Als je vertraagt, maakt dit
de resultaten minder betrouwbaar.
9. De testfase eindigt nadat de vooraf ingestelde tijd is verstreken.
We raden aan om een cooldownfase te doen na de test.
TESTRESULTATEN
104