Installeren / aanpassen
Beschrijving van functies - Basisfuncties
Warmtapwater
De vraag naar warmtapwaterproductie ontstaat als de
temperatuur van de warmtapwatervoeler (VVG) onder de
in menu 1.1 ingestelde temperatuur zakt. De vraag valt
weg als de temperatuur boven de in menu 1.2 ingestelde
temperatuur komt.
Als er voor de warmtapwaterproductie twee of meer com-
pressoren zijn geprogrammeerd, worden deze in- en uit-
geschakeld met een differentie van 0,5 graden. De waarde
kan worden ingesteld in menu 1.8. Met andere woorden:
als compressor 1 start bij 50 °C en stopt bij 55 °C, start
compressor 2 bij 49,5 °C en stopt bij 54,5 °C. D.w.z. dat
iedere F1330 die is aangesloten voor mogelijk schakelen
tussen warmtapwater en verwarming zijn eigen drieweg
wisselafsluiter heeft.
Normaal gesproken heeft de warmtapwaterstand voorrang
boven de modus verwarming. Het is echter mogelijk om
de periodetijd en de max. tijd voor warmtapwaterproduc-
tie in te stellen in menu's 1.6 en 1.7.
In de modus verwarming wordt de warmtapwatertempe-
ratuur gemeten voordat de compressor wordt gestopt. Als
er minder dan 2 graden resteren voor het starten van het
warmtapwater zal de een compressor automatisch inblij-
ven voor warmtapwaterbedrijf.
X4
De warmtepomp in de afbeelding is uitgerust met accessoires.
Verkort overzicht – menu-instellingen warm-
tapwaterproductie
Menu 1.1 Starttemp. TW
Hier wordt de temperatuur ingesteld waarbij de warm-
tepomp begint met de warmtapwaterproductie. Als er
haakjes worden weergegeven, betekent dit dat de ho-
gedrukpressostaat is geactiveerd tijdens de warmtapwa-
terproductie en dat de F1330 de ingestelde temperatuur
automatisch heeft verlaagd met de waarde tussen de
haakjes. De verlaging wordt verwijderd als de waarde
wordt gewijzigd. De waarde kan worden ingesteld tussen
5 en 55 °C. De fabrieksinstelling is 45 °C.
Menu 1.2 Stoptemp. TW
Hier wordt de temperatuur ingesteld waarbij de warm-
tepomp stopt met de warmtapwaterproductie. Als er
haakjes worden weergegeven, betekent dit dat de ho-
gedrukpressostaat is geactiveerd tijdens de warmtapwa-
24
Aansluiting van warmtapwaterproductie
De drieweg wisselafsluiter (VXV) wordt aangesloten op de
klemmenstrook X6:3 (230 V), X6:4 (N), X6:5 (230 V met
warmteproductie) en X6:6 (230 V met warmtapwaterpro-
ductie).
De boilervoeler (VVG) wordt geïnstalleerd in de dompelbuis
van de boiler. De voeler moet voor optimale functionaliteit
goed contact maken met het meetgebied. De voeler wordt
aangesloten op schroefaansluitingen X4:11 en X4:12 op de
EBV-print.
X6
terproductie en dat de F1330 de ingestelde temperatuur
automatisch heeft verlaagd met de waarde tussen de
haakjes. De verlaging wordt verwijderd als de waarde
[U]
wordt gewijzigd. De waarde kan worden ingesteld tussen
20 en 60 °C. De fabrieksinstelling is 50 °C.
Menu 1.6 Periodetijd TW/verw.
Hier wordt de duur van de periodetijd voor warmtapwa-
terproductie en verwarming ingesteld. De waarde kan
worden ingesteld tussen 0 en 60 minuten. De fabrieksin-
stelling is 60 minuten.
Menu 1.7 Max. tijd TW-prod
Hier wordt de tijd binnen de periodetijd (menu 1.6) ge-
[U]
kozen waarin het warmtapwater moet worden verwarmd
als zowel warmtapwater als CV-verwarming nodig zijn.
De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 60 minu-
ten. De fabrieksinstelling is 60 minuten.
NIBE F1330
+EBV-kaart
X4
[U]
[U]