Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Installeren / aanpassen
Beschrijving van functies - Basisfuncties

CV-ketel

In gevallen waarbij bijverwarming geleverd met behulp van
een CV-ketel kunt u ervoor kiezen om deze aan te sluiten
als een olieketel als u een regelafsluiter moet regelen of
deze als elektrische ketel moet functioneren.
Zie het hoofdstuk Beschrijving van functies - Basisfuncties
> Elektrische bijverwarming om hem aan te sluiten als een
elektrische boiler en het hoofdstuk Beschrijving van func-
ties - Basisfuncties > Olieboiler om hem aan te sluiten als
een olieboiler.

HPAC

LET OP!
Deze systeemoplossing houdt in dat de
brine ook door het verwarmingssysteem zal
circuleren. Controleer of alle componenten
zijn ontworpen voor de betreffende brine.
HPAC kan worden aangesloten op de Basiskaart of op
Uitbreidingskaart 11. Als HPAC moet worden aangesloten
op de Basiskaart kan het elektrische verwarmingselement
maximaal op één stap draaien.
De regeling van de modus koeling vindt plaats met behulp
van een buitenvoeler en, indien aangesloten, een ruimte-
voeler (RG 10/RG 05, zie het hoofdstuk Beschrijving van
functies – Basisfuncties > Ruimteregeling voor een be-
schrijving van de aansluiting).
De regeling van koeling naar het huis vindt plaats op basis
van de ingestelde koelcurve en de verschuiving ervan in
menu's 6.4.2 en 6.4.3. Na het instellen krijgt de woning
de juiste hoeveelheid koeling bij de heersende buiten-
temperatuur. De aanvoertemperatuur van HPAC zal rond
de theoretische gewenste waarde schommelen (waarde
tussen haakjes in menu 2.0). Bij overtemperatuur berekent
de F1330 een positief aantal graadminuten. Met andere
woorden: hoe groter de op dat moment heersende over-
temperatuur, des te verder opent de koelafsluiter.
De F1330 schakelt automatisch over op de modus koeling
als de buitentemperatuur stijgt tot boven de ingestelde
waarde van menu 6.4.5.
Passieve koeling houdt in dat de F1330 met behulp van de
circulatiepompen vloeistof vanuit de bodemcollector door
het laag temperatuursysteem (vloer,wand) van de woning
laat circuleren.
In gevallen waarbij er veel koeling nodig is en passieve
koeling niet volstaat, wordt actieve koeling ingeschakeld
boven de in menu 6.4.7 ingestelde grenswaarde. De com-
pressor start en de geproduceerde koelenergie wordt aan
het laag temperatuur koelsysteem gevoerd, terwijl de con-
densorwarmte via de bodemcollector afgevoerd wordt. Als
er meerdere compressoren beschikbaar zijn, zullen deze
starten bij een verschil van de in menu 6.4.8 ingestelde
graadminuten.
30
Er kunnen drie verschillende koelcurves worden geselec-
teerd, zie de onderstaande afbeelding voor een andere
beschrijving.
Beräknad
Berekende
framledningstemp.
aanvoertemperatuur
°C
20
15
10
5
0
0
20
Als ruimtevoelers (RG 10/RG 05) zijn aangesloten, wordt
met koelen begonnen bij 1 graad overtemperatuur in de
ruimte. De berekening van de aanvoertemperatuur is dan
gebaseerd op een buitentemperatuur van 30 °C (bij een
hogere buitentemperatuur wordt de feitelijke buitentem-
peratuur gebruikt). Als de temperatuur van de ruimte is
gezakt naar 0,5 graden overtemperatuur, wordt de koeling
uitgeschakeld. Tussen koelen en verwarmen zit een neu-
trale bandbreedte om pendelen in het verwarmingssysteem
te voorkomen.
Tijdens koelen wordt de onderste regelafsluiter (SV- V2)
tegen de verwarmingsrichting in geregeld, wat normaal ge-
sproken inhoudt dat de regelafsluiter sluit tijdens koelen.
Het schema met aansluitinstructies is te vinden op
www.nibe.eu
NIBE F1330
c=1
k=1
c=2
k=2
c=3
Buiten-
k=3
Utetemp.
temperatuur
30
40
°C

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave