Aansluiting van HPAC
Als HPAC. is geselecteerd in menu 9.1.10:
De regelafsluiter voor actieve koeling. (VXV-ACX)
wordt aangesloten op klemmenstrook X6:19 (NC bij
modus actieve koeling, d. w.z. 230 V).
De regelafsluiter voor passieve koeling. (VXV-PCX)
wordt aangesloten op klemmenstrook X6:16 (NC bij
modus passieve of actieve koeling, d. w.z. 230 V).
De voedingsspanning voor HPAC wordt aangesloten
op klemmenstroken X6:14 (230 V) en X6:15 (N).
+Basiskaart
Zie voor details over de aansluiting van een ruimtevoeler
(RG 10/RG 05) het hoofdstuk Beschrijving van functies –
Basisfuncties > Ruimteregeling.
Verkort overzicht – menu-instellingen HPAC
Menu 9.1.10 Koelen
Hier wordt het type koelsysteem ingesteld. Er kan
worden gekozen uit de volgende standen: "PCAC
4 pijpsysteem","Uit", "HPAC-basiskaart", "HPAC-
uitbreidingskaart 11", "Koelbuffer", "PKM 2 pijpsys-
teem" and "PKM 4 pijpsysteem". De fabrieksinstelling is
"Uit".
Menu 6.4.1 Koeling
Hier kunt u de koelfuncties Aan of Uit zetten. De fa-
brieksinstelling is Uit.
Menu 6.4.2 Koelcurve
Hier wordt de geselecteerde helling (koelcurve) weerge-
geven. De waarde kan worden ingesteld tussen 1 en 3.
De fabrieksinstelling is 2.
Menu 6.4.3 Verschuiv. koelcurve
Hier wordt de gekozen verschuiving van de koelcurve
weergegeven. De waarde kan worden ingesteld tussen
-10 en +10. De fabrieksinstelling is 0.
Menu 6.4.4 Starttemp. verwarmen
Buitentemperatuur (menu 4.0) op de buitenvoeler (UG)
als de warmtepomp overschakelt op de modus verwar-
ming. De waarde kan worden ingesteld tussen 10 en
30 °C. De fabrieksinstelling is 20 °C.
Beschrijving van functies - Basisfuncties
Als HPAC Uitbrkaart 11 is geselecteerd in menu 9.1.10:
Het wisselventiel voor actieve koeling. (VXV-ACX)
wordt aangesloten op X6A:23 (NC bij modus actieve
koeling, d. w.z. 230 V).
Het wisselventiel voor passieve koeling. (VXV-PCX)
wordt aangesloten op klemmenstrook X6:22 (NC bij
modus passieve of actieve koeling, d. w.z. 230 V).
De voedingsspanning voor HPAC wordt aangesloten
op klemmenstroken X6:20 (230 V) en X6:21 (N).
De warmtepomp in de afbeelding is uitgerust met accessoires.
Menu 6.4.5 Starttemp. koelen
Buitentemperatuur (menu 4.0) op de buitenvoeler (UG)
[S]
als de warmtepomp overschakelt op de modus koeling.
De waarde kan worden ingesteld tussen 15 en 30 °C.
De fabrieksinstelling is 25 °C.
Menu 6.4.6 Start actief koelen
De warmtepomp begint actief te koelen bij dit graadminu-
tensurplus. De waarde kan worden ingesteld tussen 10 en
500 graadminuten. De fabrieksinstelling is 30 graadminu-
[U]
ten.
Menu 6.4.7 GM voor compr.schak.
Graadminutenverschil tussen compressorstappen. De
[U]
waarde kan worden ingesteld tussen 10 en 500 graad-
minuten. De fabrieksinstelling is 30 graadminuten.
Menu 6.4.8 Diff. passief/actief
Als de aanvoertemperatuur op de voeler (FG) uitkomt
[U]
boven de berekende aanvoertemperatuur + deze waarde
schakelt het systeem over op actief koelen. De waarde
kan worden ingesteld tussen 1 en 9 °C. De fabrieksinstel-
ling is 4 °C.
[U]
NIBE F1330
Installeren / aanpassen
X6
X6a
[U]
[U]
[U]
[U]
31