Inhoudsopgave
Advertenties
Installeren / aanpassen
Beschrijving van functies - Basisfuncties
Elektrische bijverwarming
De elektrische bijverwarming kan worden geregeld door
maximaal 6 relais, waarvan er 3 op de Basiskaart zitten en
3 op Uitbreidingskaart 11.
De F1330 levert een stuurspanning van 230 V voor bijver-
warming, d. w.z. signalen voor de sturing van externehulp
relais, magneetschakelaar enz., maar niet voor de voeding
ervan.
In de reservestand krijgen de uitgang ETS-3/OP (Basiskaart)
en de uitgang ETS-6 (Uitbreidingskaart 11) spanning.
Het bijschakelen van elementen gebeurt in intervallen van
minimaal 3 minuten. Bij het afschakelen bedraagt de inter-
val tussen de stappen minimaal 1 minuut.
Als de HPAC is aangesloten op de basisprint en geselec-
teerd in menu 9.1.10, worden de uitgangen ETS-1 en
ETS-2 gebruikt voor de sturing van de HPAC en kunnen de
uitgangen niet gebruikt worden voor de regeling van de
elektrische bijverwarming. De eerste elektrische stap wordt
dan verplaatst naar ETS-3.
Als de CV-ketel is aangesloten en Elektri/ketel is geselec-
teerd in menu 9.1.8, wordt het relais ETS-3 gebruikt voor
de regeling van de CV-ketel. De elektrische bijverwarming
schakelt dit relais dan niet.
Het elektrische vermogen kan volledig worden uitgescha-
keld door het kortsluiten van de ingang Tarief B (TB).
Met behulp van de draaiknop (100) (instelbaar op 16, 20,
25, 35, 50 of 63 A) kan de stroom door de meegeleverde
stroomspoelen worden begrenst. Als dit gebeurt, wordt de
laatst aangesloten elektrische uitgang automatisch uitge-
schakeld. Extra warmtapwater – elektrisch verwarmings-
element (XVV) wordt als laatste uitgeschakeld. De instel-
ling kan worden gecontroleerd in menu 8.3.1.
De draaiknop Max. elektrisch vermogen (101) beperkt het
aantal beschikbare elektrische stappen in overeenstem-
ming met het type verwarmingselement (menu 6.2.1) en
de relaisinstelling (menu 6.2.2). Variabele instelling tussen
10 en 100 procent. De instelling kan worden gecontro-
leerd in menu 8.3.2.
101
100
De warmtepomp in de afbeelding is uitgerust met accessoires.
26
X1
X6
X6a
Aansluiting van elektrische bijverwarming
ETS-1 wordt aangesloten op klemmenstroken X6:17 (N) en
X6:19 (230 V bij activering).
ETS-2 wordt aangesloten op klemmenstroken X6:15 (N) en
X6:16 (230 V bij activering).
ETS-3 wordt aangesloten op klemmenstroken X6:12 (N) en
X6:13 (230 V bij activering).
ETS-4, ETS-5 en ETS-6 zijn accessoires (Uitbreidingskaart 11)
ETS-4 wordt aangesloten op klemmenstroken
X6:15 (N) en X6:14 (230 V bij activering).
ETS-5 wordt aangesloten op klemmenstroken
X6:11 (N) en X6:13 (230 V bij activering).
ETS-6 wordt aangesloten op klemmenstroken
X6:11 (N) en X6:12 (230 V bij activering).
Stroomspoelen (STL1, STL2 en STL3) worden aangesloten
op klemmenstroken X1:8-X1:11 van de EBV-kaart. X1:11 is
de gezamenlijke verbinding voor de drie stroomspoelen. De
stroomspoelen worden geïnstalleerd in de zekeringenkast
van het gebouw met behulp van niet-afgeschermde LiYY-
kabel of afgeschermde LiYCY-kabel. De kabeldoorsnede
moet minimaal 2 x 0,25 bedragen bij kabellengtes tot 50 m.
+Basiskaart
NIBE F1330
+EBV-kaart
Advertenties
Inhoudsopgave
