Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Ruimteregeling

Er kan een schakelende thermostaat worden aangesloten
om de berekende aanvoertemperatuur, en daarmee de
stooklijn tijdelijk te wijzigen. Ook is het mogelijk om een
thermostaat op de tweede stooklijnregeling aan te sluiten
(zie het hoofdstuk Beschrijving van functies – Uitbreidings-
kaart 11 > Subshunt). Als thermostaatregeling nodig is,
moet in menu 9.1.11 Thermostaat worden geslecteerd.
Als alternatief kan een ruimtecompensatievoeler type RG10
(accessoire) worden aangesloten op het systeem. Daarmee
wordt de gewenste ruimtetemperatuur ingesteld en het
systeem compenseert automatisch de berekende aanvoer-
temperatuur op basis van het verschil tussen de feitelijke en
de gewenste ruimtetemperatuur.
De ruimtecompensatievoeler kan ook gebruikt worden met
de koelfuncties op Uitbreidingskaart 12. De koelingspro-
ductie start bij 1 graad overtemperatuur in de kamer als
tegelijkertijd de gemiddelde buitentemperatuur (menu 4.1)
uitkomt boven de ingestelde temperatuur in menu 6.4.5
dan wel 6.8.6.
X1
De warmtepomp in de afbeelding is uitgerust met accessoires.
Verkort overzicht – menu-instellingen
ruimteregeling
Menu 9.1.11 Ruimte regeling
Hier wordt het type ruimteregeling ingesteld. Er kan wor-
den gekozen uit de standen Uit, Thermostaat, RG05 of
RG10. De fabrieksinstelling is Uit.
Als Thermostaat is geselecteerd in menu 9.1.11:
Menu 2.5 Externe regeling
Als in menu 9.1.11 de thermostaat is geselecteerd, kunt
u een extern contact aansluiten, zie Elektrische aanslui-
ting – Externe contacten. Door een extern contact te
gebruiken, bijvoorbeeld een kamerthermostaat of een
schakelklok, kan de aanvoertemperatuur en daarmee ook
de temperatuur in de ruimte tijdelijk of periodiek worden
verhoogd of verlaagd. Als het externe contact gesloten is,
wordt de verschuiving van de stooklijn gewijzigd met het
aantal stappen dat hier wordt weergegeven. De waarde
kan worden ingesteld tussen -10 en +10. De fabrieksin-
stelling is 0.
Ook menu 3.5 (Externe vrijgave 2) wordt actueel als de
subshunt (SV-V2) is geactiveerd.
Beschrijving van functies - Basisfuncties
Aansluiting van ruimteregeling
Als Thermostaat is geselecteerd in menu 9.1.11:
Sluit de thermostaat voor verwarmingssysteem 1 aan op
de klemmen X1:12 en 13 op de EBV-kaart (RTGA) en,
indien nodig, de thermostaat voor verwarmingssysteem
2 (subshunt) op de klemmen X1:14 en X1:15 op de EBV-
kaart (RTGB). De thermosta(a)t(en) moet(en) potentiaal-
vrij zijn en zijn normaal niet open contact (NO).
Als RG10 is geselecteerd in menu 9.1.11:
Verbind klem X1:12 met de klem 6 van de RG10
Verbind klem X1:13 met de klem 6 van de RG 10
Verbind klem X1:14 met de klem 1 van de RG 10
Als RG05 is geselecteerd in menu 9.1.11:
Sluit X1:12-13 aan.
Het schema met aansluitinstructies is te vinden op
www.nibe.eu
Als RG10 of RG05 is geselecteerd in menu 9.1.11:
Menu 6.9.1 Ruimte compensatie
[S]
Hier stelt u de een versterkingsfactor in die bepaalt in
welke mate afwijkingen tussen de gewenste en de wer-
kelijke ruimtetemperaturen de aanvoertemperatuur beïn-
vloeden. De factor kan in stappen van 0,1 worden inge-
steld tussen 0 en 6. De fabrieksinstelling is 1,0.
[U]
Menu 6.9.2 Ruimte comp systeem
Hier selecteert u op welke stooklijn de compensa-
tie moet plaatsvinden. Kan worden ingesteld op Uit,
Verwarmingssysteem 1, Verwarmingssysteem 2 of
Verwarmingssysteem 1&2. De fabrieksinstelling is Uit.
Als RG05 of RG10 is geselecteerd in menu 9.1.11:
Menu 6.9.3 Gewenste ruimtetemperatuur
Het menu wordt alleen weergegeven als RG05 is geselec-
teerd in menu 9.1.11 De waarde kan in stappen van 0,5
°C worden ingesteld tussen 10 en 30 °C.
De fabrieksinstelling is 20 °C.
NIBE F1330
Installeren / aanpassen
+EBV-kaart
[U]
[U]
[U]
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave