Installeren / aanpassen
Beschrijving van functies - Basisfuncties
Vaste temperatuurinstelling
Bij vaste temperatuurinstelling wordt de compressorstart
voor warmteproductie geregeld met behulp van de aan-
voerleidingstemperatuurvoeler (FG). De start- en stop-
temperaturen kunnen worden ingesteld in de submenu's
van 2.7.0. De compressoren en de bijverwarmingsstappen
worden gestart en gestopt met een negatief verschil van
0,5 graden. Dat wil zeggen dat, als compressor 1 start bij
50 °C en stopt bij 55 °C, compressor 2 start bij 49,5 °C en
stopt bij 54,5 °C enz.
Als de tweede stooklijn (SV-V2) gewenst is, kan deze
worden aangesloten op de Uitbreidingskaart 11, zie het
hoofdstuk Beschrijving van functies – Uitbreidingskaart 11 >
Subshunt.
Aansluiten bij vaste temperatuur
De aanvoertemperatuur voeler kan hierbij het beste in een
dompelbuis in de aanvoerleiding, het buffervat of eventu-
eel de boiler geplaatst worden. Indien de voeler op de bui-
tenkant van de leiding gemonteerd wordt dan dient deze
daarna geïsoleerd worden.
Zie voor aansluiting van de tweede stooklijn (SV-V2) het
hoofdstuk Beschrijving van functies – Uitbreidingkaart 11 >
tweede stooklijn.
Verkort overzicht – menu-instellingen
vaste temperatuur
Menu 9.1.7 Vastetemperatuur
Hier wordt de vaste temperatuurregeling Aan of Uit
gezet. De fabrieksinstelling is Uit.
Menu 2.7.1 Compr. start temp
Temperatuur op de aanvoerleidingstemperatuurvoeler
(FG) waarbij de eerste compressor start. De waarde kan
worden ingesteld tussen 5 en 60 °C.
De fabrieksinstelling is 47 °C.
Menu 2.7.2 Compr. stop temp
Temperatuur op de aanvoerleidingstemperatuurvoeler
(FG) waarbij de laatste compressor stopt. De waarde
kan worden ingesteld tussen 5 en 60 °C.
De fabrieksinstelling is 50 °C.
Menu 2.7.3 Bijverw. start temp
Temperatuur op de aanvoerleidingstemperatuurvoeler
(FG) waarbij de bijverwarming inschakelt. De waarde
kan worden ingesteld tussen 5 en 60 °C.
De fabrieksinstelling is 45°C.
Menu 2.7.4 Bijverw. stop temp
Temperatuur op de aanvoerleidingstemperatuurvoeler
(FG) waarbij de bijverwarming uitschakelt. De waarde
kan worden ingesteld tussen 5 en 60 °C.
De fabrieksinstelling is 49 °C.
Vloerdroogfunctie
Voor de juiste droging bij nieuwe betonnen vloeren kan
gebruik worden gemaakt van de ingebouwde vloerdroog-
functie. De functie brengt de temperatuur op de aanvoer-
32
leidingstemperatuurvoeler (FG) geforceerd in naar vaste te
stellen temperaturen, ongeacht de buitentemperatuur en
stooklijninstellingen.
De instellingen voor de functie vindt u in de submenu's van
9.2.0.
Nadat het geselecteerde programma is afgerond, schakelt
de regeling van de aanvoertemperatuur automatisch terug
naar normaal bedrijf.
Verkort overzicht – menu-instellingen
vloerdroogfunctie
Menu 9.2.1 Stap vloerdroging
Hier wordt de bedrijfsstand voor de vloerdroogfunc-
tie ingesteld. Er kan worden gekozen uit de volgende
standen:
Uit: Normaal bedrijf, d.w.z. dat de vloerdroogfunctie is
uitgeschakeld.
Eigen programma: Twee vaste temperaturen geduren-
de twee periodes zijn instelbaar in 9.2.3 - 9.2.6.
Vast programma: De aanvoertemperatuur begint op
dag 0 op 20 graden en neemt iedere dag met 5 graden
toe. Op dag 5 heeft de temperatuur een niveau van 45
graden bereikt. Dit blijft gehandhaafd op dag 6 en dag
7. Het programma wordt beëindigd door de tempera-
tuur op dagen 8-12 te verlagen met 5 graden per dag.
De fabrieksinstelling is Uit.
Menu 9.2.2 Dag vloerdroging
[S]
Hier kunt u zien op welke dag de vloerdroogfunctie
staat. Ook is het mogelijk om hier het vloerdroogpro-
gramma te wijzigen door deze waarde zelf in te stellen.
De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 20 dagen.
[U]
De fabrieksinstelling is 0.
Menu 9.2.3 Aantal dagen per. 1
Hier stelt u het aantal dagen in dat de aanvoertempera-
tuur de temperatuurwaarde in menu 9.2.4 moet aan-
houden als in menu 9.2.1 is gekozen voor Eigen pro-
[U]
gramma. De waarde kan worden ingesteld tussen 1 en
10 dagen. De fabrieksinstelling is 5 dagen.
Menu 9.2.4 Temp. per. 1
Hier stelt u de temperatuur in die tijdens periode 1 moet
worden aangehouden op de aanvoerleidingstempera-
[U]
tuurvoeler (FG) als in menu 9.2.1 is gekozen voor Eigen
programma. De waarde is instelbaar tussen 15 en 50
°C. De fabrieksinstelling is 25 °C.
Menu 9.2.5 Aantal dagen per. 2
Hier stelt u het aantal dagen in dat de aanvoertempera-
tuur de temperatuurwaarde in menu 9.2.6 moet aan-
[U]
houden als in menu 9.2.1 is gekozen voor Eigen pro-
gramma. De waarde kan worden ingesteld tussen 1 en
10 dagen. De fabrieksinstelling is 5 dagen.
Menu 9.2.6 Temp. per. 2
Hier stelt u de temperatuur in die tijdens periode 2 moet
worden aangehouden op de aanvoerleidingstempera-
tuurvoeler (FG) als in menu 9.2.1 is gekozen voor Eigen
programma. De waarde is instelbaar tussen 15 en 50
°C. De fabrieksinstelling is 35 °C.
NIBE F1330
[S]
[U]
[U]
[U]
[U]
[U]