VERLICHTING EN SIGNALISATIE
Het controlelampje
op het
instrumentenpaneel gaat uit..
Opmerking: het grootlicht wordt
geactiveerd bij het uitschakelen van de
functie voor automatisch grootlicht.
Storingen
Wanneer de melding "Controleer
autom verlichting" op het
instrumentenpaneel verschijnt, wordt
het systeem uitgeschakeld.
Ga naar een merkdealer.
Als u 's nachts een
draagbaar
navigatiesysteem
gebruikt op het gedeelte
van de voorruit onder de camera,
kan dit de werking van het
automatische grootlichtsysteem
verstoren (risico van reflecties op
de voorruit).
Het systeem voor
automatisch inschakelen
van grootlicht kan nooit
de oplettendheid en
verantwoordelijkheid van de
bestuurder vervangen met
betrekking tot de
voertuigverlichting en het
aanpassen aan de licht-, zicht- en
verkeersomstandigheden.
Lichten uit
De lichten gaan automatisch uit na
stoppen van de motor, openen van het
bestuurdersportier of vergrendelen van
de auto.
In dat geval schakelen, bij de volgende
keer starten van de motor, de lichten
opnieuw in, overeenkomstig de stand
van ring 2 .
N.B.: als de mistlichten branden, dooft
de verlichting niet automatisch.
Geluidssignaal verlichting vergeten
Indien de lichten worden ingeschakeld
na het stilzetten van de motor, klinkt er
een geluidssignaal bij het openen van
het bestuurdersportier om u te
waarschuwen dat de lichten nog
branden (om ontlading van de accu te
voorkomen).
Storingen
Als het bericht "Controleer verlichting"
verschijnt in combinatie met het
waarschuwingslampje en het
waarschuwingslampje knippert
op het instrumentenpaneel, is er een
storing in de verlichting.
Ga naar een merkdealer.
Functie welkomst en afscheid
(afhankelijk van de auto)
K e n u w a u t o - 1 4 3
2