EXTRA VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Waarschuwing
Alle volgende waarschuwingen worden verstrekt om te voorkomen dat het ontvouwen van de airbag wordt belemmerd
en om direct ernstig letsel te voorkomen dat wordt veroorzaakt door de projectie van objecten tijdens het opblazen
ervan.
Waarschuwingen met betrekking tot de airbag
– Verander niets aan het stuurwiel of het middengedeelte ervan.
– Dek het middengedeelte van het stuurwiel onder geen beding af.
– Bevestig geen voorwerpen (speldjes, logo, horloge, telefoonsteun, enz.) op het stuurwiel.
– Het stuurwiel mag niet worden gedemonteerd (behalve door speciaal opgeleide monteurs van de merkdealer).
– Ga niet te dicht op het stuurwiel zitten: zit met uw armen licht gebogen (zie "De juiste zithouding" 65). Zo blijft er
voldoende ruimte over voor een goede en effectieve bescherming door de werking van de airbag.
Waarschuwingen met betrekking tot de passagier airbag
– Plak of bevestig niets op het dashboard (speldjes, logo's, klokjes, telefoonhouder enz.) in de airbagzone.
– Houd de ruimte tussen het dashboard en de voorpassagier vrij (geen dier of pakjes op schoot, geen paraplu of
wandelstok tegen het dashboard zetten).
– Laat de passagier nooit zijn voeten op het dashboard of de stoel leggen. Dit kan zeer gevaarlijk zijn. Kom niet te dicht
(met knieën, hoofd of handen) bij het dashboard.
– schakel de aanvullende veiligheidsvoorzieningen van de autogordel van de passagier voorin direct weer in na het
verwijderen van een kinderzitje, om de bescherming van de passagier te garanderen in geval van een botsing.
EEN ACHTERSTEVOREN GEPLAATST KINDERZITJE MAG ALLEEN OP DE PASSAGIERSSTOEL VOORIN WORDEN
GEPLAATST INDIEN DE AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN NIET INGESCHAKELD ZIJN 102.
2
K e n u w a u t o - 7 3