WAARSCHUWING BIJ VERLIES VAN BANDENSPANNING
Alarmmeldingen
De informatie op het instrumentenpaneel duidt op mogelijke bandenspanningsstoringen (bijv. een leeggelopen of lekke
band).
Waarschuwingslampjes
3
gaat branden (niet knipperend).
knippert en blijft dan branden.
knippert en blijft dan
branden, samen met het
waarschuwingslampje
knippert en blijft dan branden.
2 0 2 - R i j d e n
Berichten
Banden
Dit geeft aan dat er een te lage bandenspanning of lekke band is
oppompen en
gedetecteerd. Controleer en stel de spanning van de vier banden in
initialiseren
Bandendruk aan-
passen en init.
Controleer TPW
Dit duidt op een storing in het systeem. Ga naar een merkdealer.
.
Dit geeft aan dat een reservewiel voor noodgevallen met een andere
TPW niet
maat dan de andere vier wielen op het voertuig is gemonteerd. Het
beschikbaar
systeem blijft niet beschikbaar totdat een wiel van dezelfde maat als
de andere wielen is gemonteerd en de resetprocedure is uitgevoerd.
Interpretatie
koude toestand in en reset het systeem.
Dit geeft aan dat de reset niet is gelukt. Controleer de
bandenspanning en stel deze opnieuw af voordat u de
resetprocedure opnieuw start.