HULPEN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
Dit systeem helpt u de controle over
de auto te behouden in kritieke
rijsituaties (uitwijken voor een
obstakel, verlies van grip op de weg in
een bocht, enz.).
De werking van de
3
startvergrendeling
Een opname-element in het stuurwiel
registreert de richting waarin de
bestuurder de auto wil laten rijden.
Andere opname-elementen in de auto
registreren de werkelijke
verplaatsingsrichting.
Het systeem vergelijkt de door de
bestuurder gegeven bevelen en
gekozen richting met de werkelijke
verplaatsingsrichting van de auto en
corrigeert deze laatste door, indien
nodig, op bepaalde wielen te remmen
en/of het motorvermogen aan te
passen. Als het systeem wordt
geactiveerd, knippert het
waarschuwingslampje
instrumentenpaneel.
Onderstuurregeling
Dit verbetert de werking van het ESC
bij sterk onderstuur van de auto (als de
voorwielen hun grip verliezen).
TRACTIECONTROLE: ASR
Dit systeem helpt het slippen van de
aangedreven wielen te beperken en de
2 0 4 - R i j d e n
auto bij het wegrijden, accelereren of
decelereren te controleren.
De werking van de
startvergrendeling
Met behulp van opname-elementen bij
de wielen, meet en vergelijkt het
systeem constant de snelheid van de
aangedreven wielen en remt het deze
af als ze doorslippen. Als een wiel
neigt naar doorslippen, zorgt het
systeem voor het afremmen van het
betreffende wiel, totdat de snelheid
van het wiel overeenkomt met de grip
op de weg.
Het systeem reageert ook door het
toerental van de motor aan te passen
aan de hoeveelheid grip onder de
wielen, onafhankelijk van de mate
waarin het gaspedaal wordt ingedrukt.
In sommige situaties (rijden op een
heel zachte ondergrond zoals sneeuw
of modder of rijden met
sneeuwkettingen), kan het systeem de
op het
kracht van de motor verminderen om
het doorslippen te beperken.
Storingen
Wanneer het systeem een storing
detecteert, verschijnt het bericht
"Controleer ESC" op het
instrumentenpaneel, evenals de
waarschuwingslampjes
. In dit geval zijn het ESC en de
tractiecontrole uitgeschakeld.
Ga naar een merkdealer.
Noodstopbekrachtiging
Dit systeem is een aanvulling op het
ABS dat zorgt voor het verminderen
van de remweg van de auto.
De werking van de
startvergrendeling
Het systeem herkent wanneer een
noodstop wordt uitgevoerd. In dit geval
ontwikkelt het remsysteem onmiddellijk
de maximale kracht en kan het ABS-
systeem in werking treden.
Het ABS-remsysteem blijft werken
zolang het rempedaal ingedrukt is.
Remlichten gaan aan
Afhankelijk van de auto kunnen deze
knipperen bij krachtig afremmen.
Remanticipatie
Afhankelijk van de auto anticipeert het
systeem, als u snel het gaspedaal
loslaat, op het remmen om de remweg
te verminderen.
Bijzondere gevallen
Tijdens het gebruik van de
snelheidsregelaar:
en