LPG-VOERTUIG
– Voor voertuigen met een sleutel
162.
– Voor voertuigen met een kaart
165.
Opmerking: als de LPG-modus actief
is bij het starten van de motor, schakelt
het systeem tijdelijk terug naar de
benzinemodus: het groene
waarschuwingslampje C verdwijnt
zonder pieptoon en het gele
waarschuwingslampje B verschijnt,
om aan te geven dat de benzinemodus
actief is.
Zodra aan de omgevingsvoorwaarden
is voldaan (motortemperatuur enz.),
schakelt het systeem automatisch over
op LPG-modus: het
waarschuwingslampje C verschijnt en
blijft branden.
Brandstofmodus wijzigen tijdens
het rijden
Handmatig overschakelen van
benzinemodus naar LPG-modus
Druk op de hendel 1 .
De overgang naar LPG gebeurt tijdens
de eerste versnelling:
– de LPG-brandstofpeilmeter A is
ingeschakeld;
– het gele waarschuwingslampje B is
uitgezet;
– het groene waarschuwingslampje C
knippert snel om te bevestigen dat de
LPG-modus is geselecteerd en blijft
aan wanneer de LPG-modus is
ingeschakeld.
Handmatig overschakelen van LPG-
modus naar benzinemodus
Laat het gaspedaal los en druk op de
schakelaar 1 .
Benzinemodus wordt weergegeven
met het gele waarschuwingslampje B .
Om toegang te krijgen tot
de informatie en de LPG-
ritinstellingen te resetten
114.
Zolang de brandstoftank
leeg is, kan het voertuig
niet starten of alleen in
LPG-modus rijden.
Gebruik van de twee brandstoffen
LPG/benzine vereist de
aanwezigheid van benzine (voor
starten, hoge acceleratie, lage
temperaturen, enz.).
Wanneer het oranje
waarschuwingslampje
verschijnt op het
instrumentenpaneel en er is een
pieptoon te horen, vul de
benzinetank dan zo snel mogelijk
met brandstof.
Automatisch overschakelen van
LPG-modus naar benzinemodus
Afhankelijk van de auto kan het
systeem in bepaalde
gebruiksomstandigheden (bijv. bij
K e n u w a u t o - 3 3
2