Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Resol DeltaSol BS Plus Handboek pagina 29

Verberg thumbnails Zie ook voor DeltaSol BS Plus:
Inhoudsopgave

Advertenties

Minimumtoerental
n2MN:
Toerentalregeling
Instelbereik: 30 ... 100
Stapgrootte: 5 %
Fabrieksinstelling: 30
Met het instelkanaal n2MN kan aan uitgang R2 een relatief minimumtoerental
worden toegewezen.
Aanwijzing:
Als niet-toerentalgeregelde verbruikers (bv. ventielen) worden aangesloten,
moet de waarde n2MN worden ingesteld op 100 % om de toerentalrege-
ling te deactiveren.
Maximumtemperatuurlimiet
MX3E
Maximumtemperatuurlimiet
Instelbereik:
0.0 ... 95.0 °C [30.0 ... 200.0 °F]
Fabrieksinstelling: 60.0 °C [140.0 °F]
Voor de vaste brandstofketel kunnen de minimum- en maximumtemperatuurlimieten
worden ingesteld.
Referentiesensor voor de maximumtemperatuurlimiet is sensor 3.
Door de maximumtemperatuurlimiet kan een maximumtemperatuur worden
ingesteld, bv. voor het verlagen van het verbrandingsrisico in de boiler. Als MX3E
wordt overschreden, schakelt relais 2 uit tot de temperatuur bij sensor 4 onder
MX3A daalt.
MX3A
Maximumtemperatuurlimiet
Instelbereik:
0.0 ... 95.0 °C [30.0 ... 200.0 °F]
Fabrieksinstelling: 58.0 °C [136.0 °F]
Minimumtemperatuurlimiet
MN3E
Minimumtemperatuurlimiet
Instelbereik: 0.0 ... 90.0 °C
[30.0 ... 190.0 °F]
Fabrieksinstelling (alleen als ANL = 8):
60.0 °C [140.0 °F]
Referentiesensor voor de minimumtemperatuurlimiet is sensor 4.
Door de minimumtemperatuurlimiet kan een minimumtemperatuur voor de vaste
brandstofketel in installatie 8 worden ingesteld. Daalt de temperatuur bij sensor
4 onder MN3E, dan schakelt relais 2 uit tot de temperatuur bij sensor 3
MN3A weer overschrijdt.
Zowel het inschakel- als ook het uitschakeltemperatuurverschil Dt3E en Dt3A
gelden voor de maximum- en minimumtemperatuurlimiet.
MN3A
Minimumtemperatuurlimiet
Instelbereik: 0.0 ... 90.0 °C
[30.0 ... 190.0 °F]
Fabrieksinstelling (alleen als ANL = 8):
65.0 °C [150.0 °F]
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave