Veilig gebruik
~
Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt bij gebruik heet.
U kunt zich branden aan verwarmingselementen, de ovenruimte, het
voedingsmiddel, de accessoires en de hete stoom.
Draag altijd ovenwanten als u hete gerechten in het apparaat zet of
eruit haalt of als u in het apparaat bezig bent. Voorkom dat gerech-
ten overstromen als u deze in de ovenruimte zet of eruit haalt.
~
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik-
ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
~
U kunt zich aan de open ovendeur verwonden of erover
struikelen.
Laat de deur daarom niet onnodig open staan.
~
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa-
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt.
Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat
uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusde-
ken.
~
Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde apparaat kunnen
door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het apparaat nooit
om er een ruimte mee te verwarmen.
~
Laat de deur van het apparaat dicht als de voedingsmiddelen in
de ovenruimte rook ontwikkelen. Eventuele vlammen worden zo ge-
doofd. Zet het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Open de deur pas als de rook is weggetrokken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11