Bedieningspaneel
a Functieschakelaar
b Draaiknop
c - h Sensortoetsen
U bedient het apparaat met draaiknoppen en sensortoetsen.
De draaiknoppen kunt u rechts- en linksom draaien (360°) en
verzinken door erop te drukken. Elke aanraking van de sen-
sortoetsen wordt met een akoestisch signaal bevestigd. U
kunt het volume van het signaal wijzigen of het signaal uitzet-
ten (zie "Instellingen > Volume").
Draai aan de functieschakelaar om de gewenste ovenfunctie
te kiezen (zie "Ovenfuncties").
Door aan deze knop te draaien, stelt u temperaturen en tijden
in en bladert u door menu's.
Functie
c
K
Apparaat in- en uitschakelen
d
X
Instellingen
Apparaat ingeschakeld, maar niet in gebruik:
Fabrieksinstellingen wijzigen
Apparaat in gebruik:
Instellingen van het lopende programma wijzigen
e
I
Verlichting
f
N
Timer
g
#
Terug
h
OK Bevestiging van de invoer
Principe
19