INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR DE SSHLV-SERIE
U mag geen ontvlambare stoffen in of nabij deze friteuse opbergen. U mag geen spuitbussen
gebruiken in de buurt van een werkende friteuse. Neem contact op met een erkende
onderhoudsmonteur of de fabriek als de friteuse een vreemde lucht afgeeft, gele vlampunten
heeft of niet meer werkt als voorheen vlak na de installatie. Houd de gegevens op de
achterkant van deze handleiding bij de hand.
2.11.3. DE WAAKVLAM AFSTELLEN
U voert deze procedure uit als de waakvlam al brandt.
NB: Voor deze procedure hebt u een gelijkstroom millivolmeter nodig.
1. Koppel de vlamsensor los en sluit de gelijkstroom
millivoltmeter aan tussen de vlamsensoraansluiting en
de voedingsdraad van de vlamsensor. Kijk of de
polariteit klopt. Als de naald onder de 0 uitkomt, keert u
de voedingsdraden om. De spanning moet 1,0 µA of
hoger zijn, (0,15 µA of hoger voor CE-toestellen).
2. Blijf de waakvlam afstellen tot u de juiste spanning
afleest op de meter. Haal het afdekplaatje van de
stelschroef. Draai de stelschroef rechtsom voor een
kleinere vlam en lagere vlamsensorspanning. Draai de
stelschroef linksom voor een grotere vlam en hogere
vlamsensorspanning.
3. Draai de stelschroef in de richting die nodig is om een
lezing van 1,0 µA of hoger, (0,15 µA of hoger voor CE-
toestellen) te krijgen.
NB: Wacht om stabiliteitsredenen telkens 3 à 5 minuten
na het bijstellen van de waakvlam voordat u verder
gaat.
4. Nadat de waakvlam goed is afgesteld, zet u het
afdekplaatje weer op zijn plaats en verwijdert u de
millivoltmeter.
WAARSCHUWING
A)
B)
C)
D)
E)
L20-407-NL rev. 1 (12/14)
Meetpunt branderdruk
Stelschroef waakvlam
Aan-uitknop
Afdekplaatje stelschroef branderdruk
Meetpunt ingangsdruk
13