OFF
Actief grootlicht
A
(Indien aanwezig)
Met behulp van de voorruitca-
mera schakelt deze functie au-
tomatisch het grootlicht aan of
uit bij rijden in het donker boven
20 km/u, door de koplampen van
tegenliggers of de achterlichten
van een voorligger te detecteren.
Het symbool brandt wit op het
bestuurdersdisplay wanneer het
is ingeschakeld en brandt blauw
wanneer het grootlicht aan is.
Wanneer het actieve grootlicht
wordt uitgeschakeld, gaan de
lichten terug naar dimlicht.
Actief grootlicht is mogelijk niet be-
schikbaar onder bepaalde omstandig-
heden, zoals zware regen of mist.
Op het bestuurdersdisplay worden
berichten weergegeven als er
geen actief grootlicht beschikbaar
is, waardoor handmatig tussen
grootlicht en dimlicht moet worden
geschakeld totdat het actieve
grootlicht beschikbaar komt. Zie
ook pag. 120 voor informatie over
camerabeperkingen.
WAARSCHUWING: Actief
grootlicht is een hulpmiddel
om de autoverlichting optimaal
te gebruiken onder geschikte
omgevingsomstandigheden.
WAARSCHUWING: De bestuurder
is altijd verantwoordelijk voor
het handmatig omschakelen
tussen grootlicht en dimlicht
als het verkeer of de
weersomstandigheden dit
noodzakelijk maken.
VERLICHTING
2
1
3
Grootlicht/dimlicht
Seinverlichting groot licht: trek
1
de hendel naar achteren om dit te
activeren.
OFF
Constant grootlicht: Met de ver-
2
lichtingsring in de stand AUTO of
duwt u de hendel naar voren
om dit te activeren.
Schakel dit uit door de hendel
3
naar achteren te trekken.
OFF
Dit symbool brandt op het be-
stuurdersdisplay wanneer het
groot licht is geactiveerd.
145