RIJASSISTENTIE
Maximale snelheid aanpassen
Druk op de knoppen
' om de maximumsnelheid te
verhogen of te verlagen.
Druk kort op de knoppen
om de maximumsnelheid met 5 km/
u te verhogen of verlagen. Door de
knop langer in te drukken, wordt
de maximumsnelheid verhoogd of
verlaagd in stappen van 1 km/u.
Deactivering
Druk op de knop
. Het
symbool
en de ingestelde
snelheid lichten wit op in het
bestuurdersdisplay. De Speed
Limiter staat nu in stand-
bymodus.
98
Hervatten
of '-
Met de Speed Limiter in stand-bymo-
dus (maar niet uitgeschakeld):
Druk op de knop
Speed Limiter opnieuw te
activeren. De ingestelde
snelheid van de Speed Limiter
en het symbool
bestuurdersdisplay veranderen
of '-'
van wit naar groen.
Het voertuig versnelt nu alleen tot de
vooraf ingestelde snelheid.
Uitschakelen
Vanuit de stand-bymodus:
Druk op
weer te geven.
Wanneer actief
– Druk op de knop
de stand-bymodus te zetten.
– Druk vervolgens op
toetsenbord links op het stuurwiel
om een andere optie weer te geven.
Het symbool
maal ingestelde snelheid wordt ge-
wist. De Speed Limiter blijft actief bij
het wisselen tussen de rijmodi, maar
wordt geannuleerd wanneer u de mo-
tor uitzet.
om de
op het
of
om een andere optie
om de Speed in
of
op het
gaat uit en de maxi-
Tijdelijke uitschakeling van de Speed
Limiter
Tijdens het inhalen moet de snelheid
van het voertuig wellicht hoger zijn dan
de ingestelde maximumsnelheid. Om
de Speed Limiter tijdelijk uit te scha-
kelen:
– Druk het gaspedaal volledig in totdat
de Speed Limiter tijdelijk is uitge-
schakeld.
– U kunt dan het andere voertuig in-
halen.
– Laat het gaspedaal volledig los
wanneer de tijdelijke versnelling is
beëindigd.
Remmend op de motor wordt dan au-
tomatisch de voertuigsnelheid hersteld
tot onder de laatst opgeslagen maxi-
mumsnelheid.