Automatische deactivering
Voertuigen met automaat:
– Trap bij draaiende motor het
voetrempedaal in.
– Kies versnelling D - Drive of R - Re-
verse.
– Laat het voetrempedaal los en trap
het gaspedaal in.
Handgeschakelde voertuigen:
– Trap bij draaiende motor het koppe-
lingspedaal in.
– Kies een geschikte versnelling.
– Laat het koppelingspedaal los en trap
het gaspedaal in om het voertuig in
beweging te brengen.
De parkeerrem wordt uitgeschakeld en
het symbool op het bestuurdersdisplay
gaat uit.
Hill Start Assist
Het Hill Start Assist System helpt het
risico van onbedoeld wegrijden op een
helling te voorkomen.
Bij stilstand op een helling houdt het
Hill Start Assist System de remmen
nog twee seconden vast nadat u de
voetrem loslaat. De remmen worden
automatisch gelost na twee seconden
of zodra het voertuig vooruit begint te
versnellen (wat het eerst gebeurt).
STARTEN EN RIJDEN
Rijmodi
Er zijn verschillende rijmodi beschik-
baar om de eigenschappen van de aan-
N
drijflijn, de uitlaat en de stabiliteit van
het voertuig te wijzigen.
OPMERKING: ABS (Anti-Lock
Braking) en HBA (Hydraulic Brake
Assist) blijven behouden in elke
geselecteerde modus, zie pag. 193
voor meer informatie.
LET OP: Raadpleeg de sectie
'Inrijden' op pag. 203 voordat u de
modi 'Sport' en 'Circuit' gebruikt.
Tourmodus
(Standaardinstelling, normaal wegge-
bruik)
– Uitlaatgeluid, motortoerentalbereik,
rijeigenschappen, ESC en prestaties
zijn geoptimaliseerd voor een verfijn-
de rijervaring.
– Voor voertuigen met automaat zijn
de schakelpunten geoptimaliseerd
voor een optimaal brandstofverbruik.
– Informatie verschijnt in 'Tour'-lay-
out op het bestuurdersdisplay, zie
pag. 61.
197