De "rode lijnzone" van de toerenteller
geeft het toerental boven het veilige
bedrijfstoerental van de motor weer.
Het maximale toerental kan variëren
afhankelijk van de gekozen rijmodus.
Als de motor het maximale veilige
motortoerental nadert of overschrijdt,
lichten de meterlijn en alle cijfers die
de snelheid aanduiden rood op.
Toerental bij een koude motor
Het maximale motortoerental wordt
tijdens het opwarmen van de motor
geleidelijk opgevoerd tot een maximum
van 6000 omw/min, totdat de normale
bedrijfstemperatuur is bereikt.
DISPLAYS, WAARSCHUWINGEN EN METERS
LET OP: Vermijd het gebruik van
grote gasklepopening en/of hoge
toerentallen voordat de normale
bedrijfstemperatuur is bereikt, om
mogelijke schade en slijtage te
beperken.
LET OP: Laat de motor niet continu
op het maximale toerental draaien.
De motor is niet beschermd
tegen te hoge snelheden door
onnauwkeurig of te vroeg
terugschakelen. Dit kan leiden tot
motorstoringen die niet door de
voertuiggarantie worden gedekt.
2
3
4
5
6
SCHAKELEN
0,0
97
0,0
0,0
M
km/u
0,0
219 km
Schakelindicator
Met deze functie krijgt de bestuurder
de optimale schakelpunten te zien
om te zorgen dat de motor en de
transmissie in elke versnelling de
maximaal mogelijke acceleratie
leveren. Ook waarschuwt deze functie
N
de bestuurder als het motortoerental
te hoog wordt.
OPMERKING: Voor modellen met
een automaat is deze optie alleen
beschikbaar als de handmatige
modus is geselecteerd.
Voor informatie over de
schakelindicator voor een beter
brandstofverbruik, zie pag. 71.
7
5
T OU R
87 ˚C
69