Programma parameters
Loop
De opgenomen sequensdata zal als een loop worden afge-
speeld, zolang u een toets ingedrukt houdt.
Step
Elke keer dat u een noot indrukt, zal slechts één stap van de
opgenomen sequensdata worden gespeeld en daarna door-
gaan naar de volgende stap. Het afspelen stopt wanneer u
alle noten die worden vastgehouden loslaat.
Aangezien het afspeelgeluid van Step door het toet-
senbord van een poort wordt voorzien, worden de
instellingen van de [LATCH] en de [GATE] knoppen
op het voorpaneel en de instellingen van de 'Gate Ti-
me' en 'Swing' parameters genegeerd.
3: Resolutn (Resolution)
Specificeert of de afspeeltoonhoogte van step sequencer 1
zal veranderen volgens de toets die u indrukt.
Als dit op On staat, zal de toonhoogte van de noten ver-
anderen, overeenkomstig met de afstand vanaf de 'Base
Note' waarop u een toets indrukt. Als u bijvoorbeeld een
toets indrukt op een halve toon onder zijn opgenomen
toonhoogte, zal de sequens een halve toon lager dan zijn
opgenomen toonhoogte worden afgespeeld. Deze in-
stelling is geschikt voor een sequens patroon met be-
paalde toonhoogtes, zoals een bas patroon of
akkoorden.
Als dit op Off staat, wordt de sequens altijd op dezelfde
toonhoogte afgespeeld. Deze instelling is geschikt voor
drumpatroon sequensen.
Gebruik 'ScanBotom' en 'ScanTop' om de reeks no-
ten die de step sequencer zullen triggeren te specifi-
ceren.
4: BaseNote
Specificeert het base nootnummer dat gebruikt wordt wan-
neer step sequencer 1 wordt gespeeld. Als dit bijvoorbeeld
op C4 is ingesteld, wordt de sequens op zijn opgenomen
toonhoogte afgespeeld wanneer u de C4 noot indrukt.
Als u klaar bent met opnemen in de step sequencer,
wordt de 'BaseNote' waarde automatisch op de
laagst gespeelde noot van de opgenomen data inge-
steld.
5: GateTime (Gate Time Offset) < GATE >
Specificeert een offset naar de gate tijd (de duur van elke
noot). Hiermee wort de gate tijd van elke stap die op de
P15-3: STEP SEQ1 – STEP tab pagina is gespecificeerd
(☞p.102), hetgeen u een andere mogelijkheid biedt om va-
riatie in de uitvoering aan te brengen.
Positieve (+) instellingen maken de gate tijd langer, ne-
gatieve (-) instellingen maken de gate tijd korter.
Wanneer de step sequencer speelt, kunt u met de
[GATE] knop op het voorpaneel de gate tijd in realti-
me regelen.
6: Swing
100
Past de timing van de evengenummerde noten in het af-
speelgeluid van de step sequencer aan.
7: ScanBotom (Scan Bottom)
8: ScanTop (Scan Top)
Deze specificeren de regio van noten die het afspelen van
step sequencer 1 triggeren. 'ScanBotom' specificeert de
[ 1/32... 1/1]
laagste noot van de regio en 'ScanTop' de hoogste noot. De
step sequencer zal spelen als u een noot binnen deze regio
indrukt.
9: S.SeqLink (Sequencer Link)
Geeft aan of step sequencer 1 en step sequencer 2 als dan
niet verbonden worden.
Off
Step sequencer 1 en step sequencer 2 zullen onafhankelijk
functioneren.
On
Step sequencer 1 en step sequencer 2 zijn verbonden. Dit
creëert een sequencer van maximaal 64 stappen. U kunt
maximaal 64 stappen opnemen.
De sequens data wordt altijd in de volgorde van sequen-
cer 1 en sequencer 2 afgespeeld. Als u wilt dat het afspe-
len vanaf sequencer 2 begint, gebruikt u de P16-5:
UTILITY – ARP tab pagina: SwapStepSeq' operatie om
de sequens data uit te wisselen. (☞p.110 'SwapStep-
Seq').
[C-1...G9]
P15–2: TRIG (STEP SEQ1 Trigger)
Op de P15-2: STEP SEQ1 – TRIG tab pagina kunt u iedere
stap aan of uitzetten.
[–100...+100]
1: NoteSel (Note Select)
Specificeer het type noten dat u wilt bewerken. De hieron-
der getoonde step aan/uit indicatie zal, afhankelijk van het
type noten dat u aangeeft, veranderen.
[–100...+100 %]
Als de Resolution 1/8 is
1
2
3
4
Swing –50
Swing +25
Met uitzondering van 'BaseNote', krijgen de instel-
lingen van step sequencer 1 voorrang wanneer beide
sequencers zijn verbonden.
[Trigger, Drum01...Drum16, C-1...G9]
5
6
7
8
9
[C-1...G9]
[C-1...G9]
[Off, On]